Besluit invoering minimumuurloon

[Regeling materieel uitgewerkt per 01-01-2026.]
Geraadpleegd op 19-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 06-05-2024.
Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Besluit van 27 juni 2023 tot uitvoering van de Wet invoering minimumuurloon (Besluit invoering minimumuurloon)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 8 maart 2023, nr. 2023-0000097213; gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Justitie en Veiligheid, Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Onze Minister van Financiën;

Gelet op artikel 2:1 van de Arbeidstijdenwet, artikel 80 van de Wet financiering sociale verzekeringen, artikelen 5, 14, tweede lid, en 18, achtste lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, artikelen 5, 15, tweede lid, en 19ab, vierde lid, van de Ziektewet, artikelen 1b, zesde lid, 5, en 17a, derde lid, van de Werkloosheidswet, artikelen 7, derde lid, en 8, derde lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, artikel 6, derde lid, van de Algemene Ouderdomswet, artikel 13, derde lid, van de Algemene nabestaandenwet, artikel 6, derde lid, van de Algemene kinderbijslagwet, artikelen 6, vierde lid, 13, derde lid, 34a, eerste lid, 35, vijfde lid, en 58, derde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, artikel 3:13, vierde lid, 4:2b, vijfde lid en artikel 6:3 van de Wet arbeid en zorg, artikelen 1a:1, achtste lid, 2:5, vijfde lid, 2:23, eerste lid, 3:1, achtste lid, en 3:8a, vierde lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, artikel 2, zevende en negende lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, artikel 54, vijfde lid, van de Wet inburgering 2021, artikel 19a, zesde lid, van de Wet overige OCW-subsidies, artikelen 1.1, eerste lid, en 6.1a van de Wet studiefinanciering 2000, artikel 10e van de Participatiewet, artikelen 10a en 82a van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, artikel 16, tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000 en artikel 47, eerste lid, van de Politiewet 2012 en artikel 4, aanhef en onderdelen a, b en e, van de Wet op de loonbelasting 1964;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 19 april 2023, No. W12.23.00063/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 22 juni 2023, nr. 2023-0000299688, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Justitie en Veiligheid, Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Onze Minister van Financiën;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 27 juni 2023

Willem-Alexander

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

C.E.G. van Gennip

Uitgegeven de dertigste juni 2023

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D. Yeşilgöz-Zegerius

Naar boven