Artikel 4. (Dreigend) knelpunt en aanvraag aanvullende middelen
4.1 Algemeen
Aanvullende middelen in verband met een (dreigend) knelpunt kunnen alleen aangevraagd
worden als er (naar verwachting) onvoldoende of geen financiële middelen meer beschikbaar
zijn, die kunnen worden ingezet via overhevelingen en/of het inzetten van onderproductie.
4.2 Perioden binnen jaar t
Binnen jaar t, waarin een (dreigend) knelpunt kan ontstaan, worden drie perioden onderscheiden.
4.2.1 Periode van 1 januari t/m 31 juli jaar t
In juli jaar t informeert de NZa aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) over
de toereikendheid van het budgettair kader Wlz jaar t.
Een knelpunt dat ontstaat of dreigt te ontstaan in de periode van 1 januari t/m 31 juli
jaar t en niet kan worden opgevangen door overhevelingen en/of het inzetten van beschikbare
onderproductie wordt door de NZa in deze brief meegenomen. In eerste instantie zal
een knelpunt opgelost moeten worden met de beschikbare herverdelingsmiddelen. Als
blijkt dat de herverdelingsmiddelen ontoereikend zijn, dan kan de Minister van VWS
beslissen om het (beschikbare) budgettair kader Wlz voor het jaar t te verhogen. Indien nodig zal de NZa eerder dan juli jaar t de Minister
van VWS informeren over een (dreigend) knelpunt. Mogelijke knelpunten worden meegenomen
in de julibrief. Hierdoor is het niet nodig dat er een aanvraag van aanvullende middelen
wordt ingediend.
4.2.2 Periode van 1 augustus t/m 31 oktober jaar t
Een knelpunt dat ontstaat of dreigt te ontstaan in de periode van 1 augustus t/m 31 oktober
jaar t en niet kan worden opgevangen door overhevelingen en/of het inzetten van beschikbare
onderproductie zal naar verwachting (alleen) betrekking hebben op de regionale contracteerruimte.
Een (dreigend) knelpunt wordt door de Wlz-uitvoerder/het zorgkantoor direct bij de
NZa gemeld. Gelijktijdig met deze melding kan een aanvraag van aanvullende middelen
worden gedaan.
Mocht er in uitzonderlijke gevallen in deze periode toch een (dreigend) knelpunt bij
het regionale financiële kader voor persoonsgebonden budgetten ontstaan, dan kan hiervoor
ook een aanvraag van aanvullende middelen worden ingediend.
4.2.3 Periode van 1 november jaar t tot 1 april jaar t+1
Een knelpunt dat ontstaat of dreigt te ontstaan in de periode van 1 november jaar
t tot 1 april jaar t+1 en niet kan worden opgevangen door overhevelingen en/of het
inzetten van beschikbare onderproductie kan betrekking hebben op de regionale contracteerruimte
en/of het regionale financiële kader voor persoonsgebonden budgetten. Een (dreigend)
knelpunt wordt door de Wlz-uitvoerder/het zorgkantoor direct bij de NZa gemeld. Gelijktijdig
met deze melding kan een aanvraag van aanvullende middelen worden gedaan.
4.3 Aanvraag aanvullende middelen
4.3.1 Aanvragende partij(en)
Bij een aanvraag van aanvullende middelen geldt het volgende:
-
– Indien er sprake is van een (dreigend) knelpunt bij de regionale contracteerruimte,
dan dienen de aanvullende middelen door een Wlz-uitvoerder/het zorgkantoor gezamenlijk
met één of meerdere zorgaanbieders bij de NZa te worden aangevraagd;
-
– Indien er sprake is van een (dreigend) knelpunt bij het regionale financiële kader
voor persoonsgebonden budgetten, dan dienen de aanvullende middelen door het zorgkantoor
bij de NZa te worden aangevraagd.
4.3.2 Voorwaarden bij aanvraag aanvullende middelen
4.3.2.1 Voorwaarden bij aanvraag aanvullende middelen algemeen
Bij een aanvraag van aanvullende middelen dient te worden aangetoond dat:
-
– in de regio van de desbetreffende Wlz-uitvoerder/het zorgkantoor geen budgettair kader
Wlz (meer) beschikbaar is;
-
– er voor de desbetreffende Wlz-uitvoerder/het zorgkantoor geen onderproductie beschikbaar
is die kan worden ingezet om de geïndiceerde Wlz-zorg aan cliënt(en) te leveren;
-
– bij andere Wlz-uitvoerders/zorgkantoren (op termijn) geen of niet voldoende budgettair
kader Wlz (meer) beschikbaar is dat kan worden ingezet via een overheveling.
4.3.2.2 Aanvullende voorwaarde bij aanvraag aanvullende middelen regionale contracteerruimte
Bij een aanvraag van aanvullende middelen in verband met een (dreigend) knelpunt in
de regionale contracteerruimte dient naast het in artikel 4.3.2.1 genoemde te worden
aangetoond dat een problematische wachtlijst is ontstaan of naar verwachting binnen
vier weken zal ontstaan voor cliënten met een geldige indicatie voor zorg in natura.
4.3.2.3 Aanvullende voorwaarde bij aanvraag aanvullende middelen regionale financiële
kader voor persoonsgebonden budgetten
Bij een aanvraag van aanvullende middelen in verband met een (dreigend) knelpunt in
het regionale financiële kader voor persoonsgebonden budgetten dient naast het in
artikel 4.3.2.1 genoemde aangetoond te worden dat er geen pgb-verleningsbeschikkingen
meer afgegeven kunnen worden of dat dit naar verwachting binnen vier weken het geval
zal zijn. Hierbij moet rekening gehouden worden met reserveringen.
4.3.3 Formulier
Bij een aanvraag van aanvullende middelen dient gebruik gemaakt te worden van het
formulier ‘Melding Knelpuntenprocedure’, die als bijlage bij deze beleidsregel is
gepubliceerd.
4.3.4 Meesturen bij aanvraag aanvullende middelen
4.3.4.1 Meesturen bij aanvraag aanvullende middelen algemeen
Bij een aanvraag van aanvullende middelen dient een door of namens de Raad van Bestuur
ondertekende schriftelijke verklaring van de Wlz-uitvoerder/het zorgkantoor te worden
meegestuurd waarin is opgenomen dat:
-
– er binnen de eigen regio geen budgettair kader Wlz (meer) beschikbaar is;
-
– er geen onderproductie beschikbaar is die kan worden ingezet om de geïndiceerde Wlz-zorg
zorg aan cliënt(en) te leveren;
-
– aan alle overige Wlz-uitvoerders/zorgkantoren om overheveling van middelen is gevraagd
en de overige Wlz-uitvoerders/ zorgkantoren (op termijn) geen of niet voldoende middelen
beschikbaar hebben om over te hevelen om het (dreigende) knelpunt op te lossen;
-
– alle overige Wlz-uitvoerders/zorgkantoren zijn geïnformeerd dat er een aanvraag in
verband met een knelpuntenprocedure bij de NZa is ingediend.
4.3.4.2 Aanvullend meesturen bij aanvraag aanvullende middelen regionale contracteerruimte
De aanvraag van aanvullende middelen in verband met een (dreigend) knelpunt in de
regionale contracteerruimte dient te worden uitgedrukt in prijs en aantal (P x Q).
Daarnaast dient een overzicht te worden meegestuurd van de (dreigende) problematische
wachtlijst(en) voor geïndiceerde Wlz-zorg in natura. Voor beide hiervoor genoemde
punten geldt dat deze gespecificeerd moeten worden per zorgaanbieder waarvoor een
aanvraag wordt ingediend.
4.3.4.3 Aanvullend meesturen bij aanvraag aanvullende middelen regionale financiële
kader voor persoonsgebonden budgetten
Bij een aanvraag van aanvullende middelen in verband met een (dreigend) knelpunt in
het regionale financiële kader voor persoonsgebonden budgetten dient te worden aangegeven
met welk bedrag het regionale financiële kader voor persoonsgebonden budgetten jaar
t verhoogd zou moeten worden. De aanvraag dient te worden onderbouwd waarbij uitgegaan
moet worden van de reeds afgegeven verleningsbeschikkingen en reserveringen. De aangevraagde
ophoging voor jaar t moet worden toegelicht.
4.4 Niet correcte of incomplete aanvraag
Indien de aanvraag van aanvullende middelen niet voldoet aan de in artikel 4.3 van
deze beleidsregel genoemde voorwaarden, stelt de NZa de desbetreffende partijen daarvan
zo spoedig mogelijk op de hoogte. De NZa houdt de beoordeling van de aanvraag aan
totdat de aanvraag voldoet aan de in artikel 4.3 genoemde voorwaarden.
Artikel 5. Beoordeling aanvraag
5.1 NZa informeert de Minister van VWS
Indien de aanvraag van aanvullende middelen voldoet aan de in artikel 4.3 van deze beleidsregel genoemde voorwaarden, informeert de NZa binnen twee weken na
ontvangst van deze aanvraag de Minister van VWS. De Minister van VWS neemt vervolgens
een beslissing over het toekennen van aanvullende middelen.
5.2 Aanpassing kaders
5.2.1 Aanpassing regionale contracteerruimte
Conform de beslissing van de Minister van VWS over het toekennen van aanvullende middelen
als bedoeld in artikel 5.1 verhoogt de NZa (al dan niet) de regionale contracteerruimte.
Indien het knelpunt in de regionale contracteerruimte groter is dan de middelen die
door de Minister van VWS zijn toegekend dan hebben de desbetreffende Wlz-uitvoerder/het
zorgkantoor en zorgaanbieder(s) de mogelijkheid om, binnen één week nadat de NZa de
ophoging van de regionale contracteerruimte heeft bekendgemaakt, de oorspronkelijke
aanvraag van aanvullende middelen aan te passen zodat de totale aanvraag past binnen
het door de Minister van VWS beschikbaar gestelde bedrag. De NZa zal de toegekende
aanvullende middelen in dat geval conform deze aangepaste aanvraag verdelen. Indien
er geen sprake is van een aangepaste aanvraag, dan kent de NZa de toegekende aanvullende
middelen naar rato toe aan de desbetreffende zorgaanbieders.
5.2.2 Aanpassing financiële kader voor persoonsgebonden budgetten
De voor persoonsgebonden budgetten toegekende aanvullende middelen worden door de
Minister van VWS aan het desbetreffende financiële kader voor persoonsgebonden budgetten
toegevoegd.
5.3 Toetsing achteraf
De NZa kan besluiten om achteraf te toetsen of de aanvraag van aanvullende middelen
in verband met een (dreigend) knelpunt terecht was. Naast de in deze beleidsregel
genoemde voorwaarden kan de NZa toetsen aan de normen uit de Beleidsregel Normenkader
Wlz-uitvoerder (kenmerk TH/BR-026).
Artikel 7. Toepasselijkheid voorafgaande beleidsregel, bekendmaking, inwerkingtreding,
terugwerkende kracht en citeertitel
Toepasselijkheid voorafgaande beleidsregel
De beleidsregel Knelpuntenprocedure budgettair kader Wlz, met kenmerk BR/REG-18137,
blijft van toepassing op besluiten en aangelegenheden die hun grondslag vinden in
die beleidsregel en die betrekking hebben op de periode waarvoor die beleidsregel
gold.
Inwerkingtreding / Bekendmaking
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2024. Ingevolge artikel 5, aanhef en onder e, van de Bekendmakingswet, zal deze beleidsregel in de Staatscourant worden geplaatst.
De beleidsregel ligt ter inzage bij de NZa en is te raadplegen op www.nza.nl.
Citeertitel
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel knelpuntenprocedure budgettair
kader Wlz.