U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Geraadpleegd op 01-06-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 16-05-2024. Geldend van 01-10-2023 t/m 31-03-2024
Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 28 september 2023, nr. 2023-0000542827, houdende regels voor het verstrekken van een eenmalige specifieke uitkering aan gemeenten of provincies ter stimulering van het realiseren van flex- en transformatiewoningen (Meerjarige stimuleringsregeling flex- en transformatiewoningen 2023)
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Gelet op de artikelen 2, eerste lid, onderdelen f en g, en derde lid, en 3 van het Besluit inzake het stellen van regels over het verstrekken van specifieke uitkeringen aan gemeenten of provincies voor activiteiten die passen in het rijksbeleid met betrekking tot het bouwen, het wonen en de woonomgeving;
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. Besluit: Besluit van 29 oktober, houdende het stellen van regels over het verstrekken van specifieke uitkeringen aan gemeenten of provincies voor activiteiten die passen in het rijksbeleid met betrekking tot het bouwen, het wonen en de woonomgeving (Stb. 2022, 452);
b. college: college van burgemeester en wethouders;
c. flexwoning: bouwwerk ten behoeve van de huisvesting van personen, geschikt voor verplaatsing en gebruik op een volgende locatie;
d. minister: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
e. ontheemden: personen die voldoen aan de vereisten van artikel 2 van het uitvoeringsbesluit;
f. Rijksvastgoedbedrijf: het directoraat-generaal Vastgoed en Bedrijfsvoering Rijk (DGVBR), bedoeld in, artikel 2, eerste lid, onderdeel j, van het Organisatiebesluit BZK 2023;
g. sociale woonruimte: huurwoning met een aanvangshuurprijs onder de grens, bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a, van de Wet op de huurtoeslag;
h. statushouder: vergunninghouder als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel j, van de Huisvestingswet 2014;
i. transformatiewoning: woning die ontstaat uit de omvorming van een bouwwerk, die geschikt wordt gemaakt voor de huisvesting van personen en wordt toegevoegd aan de woningvoorraad;
j. uitvoeringsbesluit: uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van de Raad van 4 maart 2022 tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne in de zin van artikel 5 van Richtlijn 2001/55/EG, en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan (PbEU 2022, L 71).
1 De minister verstrekt een specifieke uitkering van € 7.800 inclusief BTW per te realiseren woonruimte aan een college voor het versneld realiseren van projecten waarbij met flexwoningen of transformatieobjecten in sociale woonruimten voor onder andere ontheemden en statushouders wordt voorzien en waarbij:
a. sprake is van een projectgebied;
b. die woonruimten aan de bestaande voorraad woonruimten worden toegevoegd en die gedurende ten minste tien jaar na voltooiing op een of, in het geval van flexwoningen, op volgende locaties beschikbaar zijn;
c. de woonruimten worden verhuurd op basis van een schriftelijk huurcontract tussen huurder en verhuurder, dan wel om niet in gebruik gegeven worden;
d. er sprake is van een financieel tekort op het project en de bijdrage aantoonbaar bijdraagt en noodzakelijk is voor het realiseren van sociale woonruimten voor ontheemden en statushouders.
2 De uitkering, bedoeld in het eerste lid, bedraagt per college in totaal ten hoogste een bedrag van € 5.000.000 inclusief BTW.
3 De specifieke uitkering wordt niet verstrekt voor BTW die is verschuldigd over kosten voor de uitvoering van projecten, bedoeld in het eerste lid, voor zover het bedrag van de BTW in aanmer-king komt voor compensatie op grond van de Wet op het BTW-compensatiefonds of voor zover de kosten in aanmerking komen voor aftrek op grond van de Wet op de omzetbelasting 1968.
De minister stelt het plafond voor het totaal van de aanvragen voor specifieke uitkeringen vast en doet hiervan mededeling in de Staatscourant.
1 Een aanvraag voor een specifieke uitkering kan worden ingediend gedurende een door de minister vastgesteld aanvraagtijdvak.
2 Een aanvraag bevat:
a. een beschrijving van het project en de locatie waarvoor de specifieke uitkering wordt aangevraagd en van de wijze waarop het project voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel2, eerste lid;
b. een beschrijving van de wijze waarop het project wordt uitgevoerd en welke partijen daarbij betrokken zijn, waarbij door middel van te volgen processtappen inzichtelijk wordt gemaakt hoe het project zal worden uitgevoerd;
c. een overzicht van de aantallen te realiseren woonruimten per beoogde doelgroep en indien de beoogde doelgroep niet binnen het project wordt toegewezen, de extra locaties waar de beoogde doelgroep woonruimten krijgt toegewezen;
d. een projectbegroting met een toelichting waaruit de benodigde bijdrage per project en het BTW-deel van het aangevraagde bedrag blijkt en waaruit blijkt of er reeds eerder op grond van andere regelingen gelden zijn verstrekt voor dit project;
e. de verwachte datum waarop de start van de bouw begint en de opleverdatum van het gehele project;
f. een overeenkomst waarin het college, de beoogd investeerder en indien van toepassing de grond- of gebouweigenaar, overeenkomen zich in te spannen om de in de aanvraag opgenomen woonruimten te realiseren; en
g. indien van toepassing: de bescheiden, genoemd in artikel 5, tweede lid.
3 Een aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van het aanvraagformulier dat door de minister ter beschikking wordt gesteld op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.
4 De minister kan, in aanvulling op de aanvraagvereisten, bedoeld in het tweede lid, aanvullende bescheiden opvragen die hij nodig acht voor het beoordelen van de aanvraag of het monitoren van de effecten van deze regeling.
1 De minister stelt een rangschikking op van de binnengekomen volledige aanvragen en behandelt de aanvragen volgens die rangschikking.
2 De rangschikking vindt plaats aan de hand van de volgende criteria, in volgorde van toekenning:
a. een aanvraag waarbij:
1°. een college een overeenkomst met de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft gesloten om extra opvang van asielzoekers of statushouders te realiseren waarbij conform de overeenkomst extra flexwoningen of transformatiewoningen worden gerealiseerd; of
2°. de beoogd investeerder een koopovereenkomst heeft gesloten met het Rijksvastgoedbedrijf voor flex- of transformatiewoningen voor sociale woonruimten;
b. een aanvraag waarbij voor het project een onherroepelijke omgevingsvergunning is verleend;
c. een aanvraag waarbij voor het project een nog niet onherroepelijke omgevingsvergunning is aangevraagd of verleend of waarbij voor het project een gedoogbeschikking is verleend;
d. een aanvraag die voldoet aan de in deze regeling gestelde voorwaarden.
3 Indien het plafond, bedoeld in artikel 3, is bereikt en meerdere aanvragen op basis van de criteria, bedoeld in het tweede lid, in aanmerking komen voor de subsidie, stelt de minister de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door middel van loting.
De minister wijst een aanvraag om een specifieke uitkering af indien:
a. de aanvraag geen betrekking heeft op een project als bedoeld in artikel 2, eerste lid;
b. de aanvraag ziet op activiteiten waarvoor op grond van andere regelingen reeds een specifieke uitkering is verstrekt, met uitzondering van de Bekostigingsregeling opvang ontheemden Oekraïne;
c. het bedrag van de aangevraagde uitkering dusdanig hoog is dat de toekenning ervan leidt tot een overschrijding van het plafond, bedoeld in artikel 3;
d. toewijzing van de aanvraag wegens onvoorziene omstandigheden niet ten goede zou komen aan projecten als bedoeld in artikel 2, eerste lid; of
e. voor het project op het moment van de aanvraag reeds begonnen is met de start met de aanleg van de fundering van de flexwoningen van het project of de aanvang van de bouwwerkzaamheden van de transformatiewoningen.
1 Het college meldt aan de minister het moment waarop wordt gestart met de aanleg van de fundering of de aanvang van de bouwwerkzaamheden, bedoeld in artikel 6, onderdeel e.
2 Het college zorgt ervoor dat binnen twaalf maanden na het verlenen van de beschikking het project wordt opgeleverd.
3 De termijn, genoemd in het tweede lid, kan door de minister met ten hoogste zes maanden worden verlengd na een schriftelijk en gemotiveerd verzoek van het college.
4 Het college besteedt de volledige specifieke uitkering uiterlijk binnen twaalf maanden na het verlenen van de beschikking.
5 De gemeente wijst ten minste eenzelfde aantal extra sociale woonruimten binnen de totale sociale woningvoorraad toe aan Oekraïense ontheemden en statushouders als dat er in 30% van het project kan worden gehuisvest.
6 Het college levert op verzoek van de minister aanvullende bescheiden voor het monitoren van de effecten van deze regeling.
1 De minister neemt binnen acht weken na de sluitingsdatum van de aanvraagperiode een besluit over de verlening van de specifieke uitkering. Indien de beschikking niet binnen deze termijn kan worden gegeven, deelt de minister dit aan de aanvrager mede en noemt daarbij een zo kort mogelijke termijn van uiterlijk acht weken waarbinnen de beschikking tegemoet kan worden gezien.
2 De verleningsbeschikking vermeldt:
a. welke projecten worden uitgevoerd en hoeveel woonruimten daarmee worden gerealiseerd;
b. het bedrag van de uitkering;
c. wanneer de uitkering wordt uitbetaald;
d. de wijze van verantwoording over de besteding van de uitkering, en
e. de wijze waarop kan worden aangetoond dat de projecten zijn uitgevoerd.
1 De minister verleent bij het besluit tot verlening van de specifieke uitkering, bedoeld in artikel 8, eerste lid, een voorschot van 100% en betaalt dat voorschot in één keer uit.
2 Het moment waarop de uitkering wordt uitbetaald, bedoeld in artikel 8, tweede lid, onderdeel c, is het moment waarop wordt gestart met de aanleg van de fundering van de flexwoningen of de aanvang van de bouwwerkzaamheden van de transformatiewoningen.
1 Het college legt verantwoording af over de besteding van de specifieke uitkering op de wijze bepaald in artikel 17a van de Financiële-verhoudingswet.
2 Indien uit de verantwoordingsinformatie, bedoeld in artikel 17a, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, blijkt dat de uitkering, bedoeld in artikel 2, niet volgens de in deze regeling gestelde voorwaarden of niet volledig of onrechtmatig is besteed, kan de uitkering ter hoogte van het niet of onrechtmatig bestede deel door de minister worden teruggevorderd. De minister doet binnen een jaar na ontvangst van de verantwoordingsinformatie mededeling van de terugvordering aan het college.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2023.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
H.M. de Jonge
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Meerjarige stimuleringsregeling flex- en transformatiewoningen 2023", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.