Beleidsregel van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 27
september 2023, kenmerk 2023-0000037360, over het voeren van verweer in procedures
bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin verzocht wordt om
vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn door
de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Gelet op de artikelen 8:26, 8:42, 8:108 en titel 8.4 van de Algemene wet bestuursrecht;
Overwegende dat degene die verzoekt om immateriële schadevergoeding voor overschrijding
van de redelijke termijn door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
er belang bij heeft dat er zo snel mogelijk een beslissing volgt op dit verzoek;
Overwegende dat met toepassing van artikel 8:73 (oud) en titel 8.4 van de Algemene wet bestuursrecht uitsluitend de Staat (Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) tot
een immateriële schadevergoeding kan worden veroordeeld wegens een aan de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State te wijten overschrijding van de redelijke
termijn;
Overwegende dat de jurisprudentie over immateriële schadevergoeding voor overschrijding
van de redelijke termijn door de bestuursrechter vergaand is uitgekristalliseerd en
gestandaardiseerd;