Beleidsregel overige geneeskundige zorg

Geraadpleegd op 01-06-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 16-05-2024.
Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Beleidsregel overige geneeskundige zorg, Nederlandse Zorgautoriteit

Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen.

Gelet op artikel 52, aanhef en onderdeel e, van de Wmg, worden tarieven die uit de voorliggende beleidsregel voortvloeien ambtshalve vastgesteld door de NZa.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt, tenzij anders vermeld, verstaan onder:

  • Zorgaanbieder:

    • 1°. natuurlijk persoon of rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsmatig zorg in de zin van de Wmg verleent als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder c, van de Wmg;

    • 2°. natuurlijk persoon of rechtspersoon voor zover deze tarieven in rekening brengt namens, ten behoeve van of in verband met het verlenen van zorg door een zorgaanbieder als bedoeld onder 1°.

Artikel 2. Doel van de beleidsregel

Het doel van de beleidsregel is om vast te leggen op welke wijze de NZa gebruik maakt van haar bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen op het gebied van geneeskundige zorg zoals bedoeld in artikel 2.4 van het Besluit zorgverzekering voor zover voor deze zorg nog geen prestatiebeschrijvingen zijn vastgesteld op grond van andere beleidsregels.

Artikel 3. Reikwijdte

Deze beleidsregel is van toepassing op geneeskundige zorg als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw) voor zover de NZa voor de voornoemde zorg op grond van andere beleidsregels geen prestatiebeschrijvingen heeft vastgesteld op grond van de Wmg.

Artikel 4. Voorwaarden, voorschriften en beperkingen

De prestaties zoals vermeld in artikel 5 mogen enkel in rekening worden gebracht, indien wordt voldaan aan de voorwaarden, voorschriften en/of beperkingen verbonden aan de betreffende prestaties. De NZa zal de voorwaarden, voorschriften en/of beperkingen opnemen in de tariefbeschikking.

Artikel 5. Prestatiebeschrijvingen en tarieven

1. Geneeskundige zorg in het kader van individuele zorg bij tuberculose en infectieziekten

  • a. Prestatiestructuur

    Het leveren van geneeskundige zorg in het kader van individuele zorg bij tuberculose (infectie) en infectieziekten. Hierbij kan sprake zijn van de noodzaak tot verwijzen, diagnosticeren, behandelen en begeleiden (ook) met het oog op het bevorderen van de therapietrouw. De zorg kan enkel op consultbasis worden gedeclareerd en kent de volgende prestatiestructuur:

    • Consult korter dan 20 minuten;

    • Consult 20 minuten of langer;

    • Visite korter dan 20 minuten;

    • Visite 20 minuten of langer;

    • Telefonisch consult;

    • Vaccinatie.

  • b. Begrenzing en beperking van de prestatie

    Individuele zorg bij tuberculose (infectie) en infectieziektebestrijding kan alleen gedeclareerd worden door gekwalificeerde en landelijke geregistreerde artsen. De Registratie commissie Geneeskundig Specialisten (RGS) van de KNMG bepaalt daarbij de registratiecriteria.

  • c. Tariefsoort en -hoogte

    De onder artikel 5.1.a beschreven prestaties voor de behandeling van tuberculose en infectieziektebestrijding door GGD artsen kennen maximumtarieven. Het maximumtarief voor een consult korter dan 20 minuten is gelijkgesteld aan het basistarief dat geldt voor incidentele en acute hulpverlening die een huisarts levert aan niet bij hem ingeschreven verzekerden. Het maximumtarief voor de in de bovenstaande lijst genoemde overige prestaties wordt vervolgens bepaald door het basistarief consult met de bijbehorende factor te vermenigvuldigen.

    Prestatie

    Factor

    Consult korter dan 20 minuten

    1,0

    Consult 20 minuten of langer

    2,0

    Visite korter dan 20 minuten

    1,5

    Visite 20 minuten of langer

    2,5

    Telefonisch consult

    0,5

    Vaccinatie

    0,5

  • d. De aan de zorgaanbieder in rekening gebrachte laboratoriumkosten en entstoffen in verband met vaccinatie kunnen enkel tegen kostprijs worden doorberekend. Aanvullend diagnostisch onderzoek door de zorgaanbieder kan op basis van de regelgeving voor medisch-specialistische zorg in rekening worden gebracht.

2. Preventieve voetzorg

a. Prestatiestructuur

Het leveren van preventieve voetzorg aan patiënten met een verhoogd risico op voetulcera, vanwege verlies van protectieve sensibiliteit van de voeten, verminderde doorbloeding van de voeten, verhoogde druk op de huid mogelijk in combinatie met een kwetsbare huid, ten gevolge van een medische aandoening of een medische behandeling, zoals door het Zorginstituut omschreven in het ‘Standpunt Voetzorg voor mensen met diabetes mellitus’ en ‘Notitie verduidelijking standpunt Voetzorg voor mensen met diabetes mellitus’. Eveneens kan preventieve voetzorg worden geleverd aan patiënten met een verhoogd risico op voetulcera, vanwege een voetulcus of amputatie in de voorgeschiedenis, een inactieve Charcotvoet, eindstadium nierfalen of nierdialyse, zoals door het Zorginstituut omschreven in het ‘Standpunt Voetzorg voor mensen met diabetes mellitus’ en ‘Notitie verduidelijking standpunt Voetzorg voor mensen met diabetes mellitus’. De te declareren prestaties omvatten het totaalpakket aan werkzaamheden, voor zover deze door het Zorginstituut Nederland geduid zijn als geneeskundige zorg die ten laste van de basisverzekering kan worden gebracht.

Preventieve voetzorg bij kent de volgende prestatiestructuur:

  • 1. Jaarlijks gerichte voetcontrole om te beoordelen of iemand met licht verhoogde risicovoeten mogelijk wonden krijgt

    Er is sprake van verlies van protectieve sensibiliteit (PS) of aanwijzingen voor perifeer arterieel vaatlijden (PAV) zonder tekenen van lokaal verhoogde druk. De prestatie omvat anamnese, voetonderzoek en risico-inventarisatie bij licht verhoogd risico op voetulcera. Het tarief behorende bij deze prestatie is gebaseerd op een gemiddelde inspanning per voetcontrole.

  • 2. Preventieve voetzorg om hoog risicovoeten zonder lokaal verhoogde druk te beschermen tegen het krijgen van wonden

    Er is sprake van verlies van protectieve sensibiliteit (PS) in combinatie met aanwijzingen voor perifeer arterieel vaatlijden (PAV) zonder tekenen van lokaal verhoogde druk. De prestatie omvat het volgende totaalpakket aan werkzaamheden bij hoog risico op voetulera:

    • jaarlijkse voetcontrole, bestaande uit anamnese, voetonderzoek en risicoinventarisatie;

    • meer frequent gericht voetonderzoek, inclusief de daaruit volgende diagnostiek en behandeling van risicofactoren zoals huid- en nagelproblemen en voetvorm- en standsafwijkingen bij patiënten met een verhoogd risico op ulcera;

    • behandeling van risicofactoren bij patiënten met een hoog risico op ulcera;

    • educatie en initiëren van aanpassing van leefstijlfactoren als onderdeel van de behandelcyclus;

    • advisering over adequaat schoeisel en/of advisering over andere hulpmiddelen.

    Het tarief behorende bij deze prestatie is gebaseerd op een gemiddelde jaarlijkse inspanning.

  • 3. Preventieve voetzorg om hoog risicovoeten met lokaal verhoogde druk te beschermen tegen het krijgen van wonden

    Er is sprake van:

    • aanwijzingen voor perifeer arterieel vaatlijden (PAV) in combinatie met tekenen van lokaal verhoogde druk. Of;

    • verlies van protectieve sensibiliteit (PS) in combinatie met tekenen van lokaal verhoogde druk. Of;

    • verlies van PS in combinatie met aanwijzigngen voor PAV en tekenen van lokaal verhoogde druk.

    De prestatie omvat het volgende totaalpakket aan werkzaamheden bij hoog risico op voetulcera:

    • jaarlijkse voetcontrole, bestaande uit anamnese, voetonderzoek en risicoinventarisatie;

    • meer frequent gericht voetonderzoek, inclusief de daaruit volgende diagnostiek en behandeling van risicofactoren zoals huid- en nagelproblemen en voetvorm- en standsafwijkingen bij patiënten met een verhoogd risico op ulcera;

    • behandeling van risicofactoren bij patiënten met een hoog risico op ulcera;

    • educatie en initiëren van aanpassing van leefstijlfactoren als onderdeel van de behandelcyclus;

    • advisering over adequaat schoeisel en/of advisering over andere hulpmiddelen.

    Het tarief behorende bij deze prestatie is gebaseerd op een gemiddelde jaarlijkse inspanning.

  • 4. Preventieve voetzorg om zeer hoog risicovoeten te beschermen tegen het (opnieuw) krijgen van wonden

    Er is sprake van:

    • voetulcus of amputatie in de voorgeschiedenis. Of;

    • inactieve Charcot-voet. Of;

    • eindstadium nierfalen (eGFR < 15ml/min) of nierdialyse.

    De prestatie omvat het volgende totaalpakket aan werkzaamheden bij een sterk verhoogd risico op voetulcera:

    • jaarlijkse voetcontrole, bestaande uit anamnese, voetonderzoek en risicoinventarisatie;

    • meer frequent gericht voetonderzoek, inclusief de daaruit volgende diagnostiek en behandeling van risicofactoren zoals huid- en nagelproblemen en voetvorm- en standsafwijkingen bij patiënten met een sterk verhoogd risico op ulcera;

    • behandeling van risicofactoren bij patiënten met een sterk verhoogd risico op ulcera;

    • educatie en initiëren van aanpassing van leefstijlfactoren als onderdeel van de behandelcyclus;

    • advisering over adequaat schoeisel en/of advisering over andere hulpmiddelen.

    Het tarief behorende bij deze prestatie is gebaseerd op een gemiddelde jaarlijkse inspanning.

  • 5. Toeslag voor zorg aan huis

    In het geval de zorgaanbieder de patiënt thuis behandelt vanwege de gezondheidstoestand van de patiënt, kan een toeslag voor zorg aan huis in rekening worden gebracht ter compensatie van tijd en reiskosten, indien aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

    • De behandeling vindt bij de patiënt thuis, niet zijnde een instelling als bedoeld in de Wet toelating zorginstellingen, plaats;

    • De toeslag kan per patiënt per dag slechts eenmaal in rekening worden gebracht tenzij er een medische noodzaak is de patiënt meerdere keren op één dag te behandelen en er dan ook meerdere keren reistijd en reiskosten gemaakt worden.

  • 6. Toeslag voor zorg in een instelling

    In het geval de zorgaanbieder de patiënt, vanwege de gezondheidstoestand van de patiënt, in een instelling als bedoeld in de Wet toelating zorginstellingen behandelt, kan een toeslag voor zorg in een instelling in rekening worden gebracht ter compensatie van tijd en reiskosten indien aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

    • De behandeling vindt in een instelling als bedoeld in de Wet toelating zorginstellingen plaats;

    • De toeslag kan per patiënt per dag slechts eenmaal in rekening worden gebracht tenzij er een medische noodzaak is de patiënt meerdere keren op één dag in een instelling te behandelen en er dan ook meerdere keren reistijd en reiskosten gemaakt worden;

    • Deze prestatie mag alleen in rekening worden gebracht wanneer er daadwerkelijk reistijd en reiskosten naar de instelling gemaakt worden voor behandeling van de patiënt.

b. Begrenzing en beperking van de prestatie

De prestaties in artikel 5.2.a kunnen enkel in rekening worden gebracht indien de zorg geen onderdeel uitmaakt van een integraal bekostigde zorgketen diabetes mellitus, zoals beschreven in de Beleidsregel huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg, maar zorginhoudelijk wel voldoet aan de voorwaarden van die beleidsregel.

De prestaties kunnen enkel in rekening worden gebracht indien het totaalpakket aan werkzaamheden zoals beschreven in artikel 5.2.a onder verantwoordelijkheid van de declarerende zorgaanbieder wordt of kan worden geleverd. De declarerende zorgaanbieder fungeert daarbij als hoofdaannemer van het totaalpakket aan werkzaamheden.

Indien een (deel van de) prestatie(s) wordt uitbesteed aan een onderaannemer (uitvoerende zorgaanbieder), dient gebruik te worden gemaakt van de prestatie onderlinge dienstverlening in artikel 5.5 van deze beleidsregel.

c. Tariefsoort en -hoogte

De onder artikel 5.2.a beschreven prestaties 1 tot en met 4 kennen maximumtarieven, gebaseerd op de gemiddelde inzet van zorgaanbieders voor patiënten binnen de prestatiebeschrijvingen. Bovenop het maximumtarief kan een opslag worden overeengekomen voor de behandeling van patiënten met een hogere zorgzwaarte dan het gemiddelde van de populatie. Voor de opslag geldt dat deze enkel in rekening kan worden gebracht indien voor individuele patiënten met een hogere dan gemiddelde zorgzwaarte hier een overeenkomst met de zorgverzekeraar van de patiënt aan ten grondslag ligt. De aanvullende voorwaarden die moeten gelden voor het in rekening brengen van de opslag, kunnen in deze overeenkomst worden vastgelegd. Ook de opslag kent een maximumtarief.

In de maximumtarieven is een component voor het (gederfd) rendement op het eigen vermogen (VGREV) van 1,17% toegevoegd. Het opslagpercentage dient als vergoeding voor de eigen vermogenskosten waarmee de zorgaanbieder ondernemersrisico’s kan opvangen.

De maximumtarieven en bijbehorende opslagen zijn weergegeven op definitief prijsniveau 2023.

Prestatie

Maximumtarief

(definitief 2023)

Opslag

Jaarlijks gerichte voetcontrole om te beoordelen of iemand met licht verhoogde risicovoeten mogelijk wonden krijgt

€ 44,17

 

Preventieve voetzorg om hoog risicovoeten zonder lokaal verhoogde druk te beschermentegen het krijgen van wonden

€ 314,06

€ 111,23

Preventieve voetzorg om hoog risicovoeten met lokaal verhoogde druk te beschermen tegen het krijgen van wonden

€ 458,01

€ 137,40

Preventieve voetzorg om zeer hoog risicovoeten te beschermen tegen het (opnieuw) krijgen van wonden

€ 615,04

€ 150,49

De onder artikel 5.2.a beschreven prestaties 5 en 6 kennen maximumtarieven, welke zijn weergegeven op definitief niveau 2023.

De toeslag voor zorg aan huis (prestatie 5) of in een instelling (prestatie 6) kunnen uitsluitend in rekening worden gebracht wanneer er zorg, vallende onder de in artikel 5.2.a beschreven prestaties 1, 2, 3 of 4, aan de patiënt wordt geleverd.

Prestatie

Maximumtarief

(definitief 2023)

Toeslag voor zorg aan huis

€ 23,97

Toeslag voor zorg in een instelling

€ 7,99

Alle tarieven worden in beginsel jaarlijks ambtshalve geïndexeerd. Voor wat betreft de loonkosten wordt de index vastgesteld door het Ministerie van VWS. Deze index houdt verband met de cao-afspraken. Het tarief wordt vastgesteld op basis van een voorcalculatie voor jaar t en de definitieve index van jaar t-1.

3. Koemelkallergie-test

a. Prestatiestructuur

Het leveren van een dubbelblinde placebogecontroleerde voedselprovocatietest conform de geldende richtlijn Voedselveiligheid jeugdgezondheidszorg. De patiënt krijgt op locatie van de zorgaanbieder in oplopende doses onder medisch toezicht in twee sessies testvoeding met of zonder koemelk toegediend, waarbij noch de betrokken behandelaars noch de patiënt (en diens ouders) op de hoogte zijn van welke testvoeding koemelk bevat.

b. Tariefsoort en -hoogte

De onder artikel 5.3.a beschreven prestatie kent een maximumtarief. In het maximumtarief is een component voor het (gederfd) rendement op het eigen vermogen (VGREV) van 1,17% toegevoegd. Het opslagpercentage dient als vergoeding voor de eigen vermogenskosten waarmee de zorgaanbieder ondernemersrisico’s kan opvangen.

Het maximumtarief voor de prestatie bedraagt € 913,67 (definitief niveau 2023).

Het tarief wordt in beginsel jaarlijks ambtshalve geïndexeerd. Voor wat betreft de loonkosten wordt de index vastgesteld door het Ministerie van VWS. Deze index houdt verband met de cao-afspraken. Voor wat betreft de materiële kosten wordt aangesloten bij de prijsindexcijfer particuliere consumptie uit het Centraal Economisch Plan (CEP) van het Centraal Planbureau (CPB). De op het tarief toe te passen index is het gewogen gemiddelde van de loon- en materiële indices waarbij wordt uitgegaan van een aandeel van 68% loonkosten en 32% materiële kosten. Het tarief wordt vastgesteld op basis van een voorcalculatie voor jaar t en de definitieve indices van jaar t-1.

c. Contractvoorwaarde

Deze prestatie kan enkel in rekening worden gebracht indien hieraan een schriftelijke overeenkomst tussen de betreffende zorgaanbieder en ziektekostenverzekeraar ten grondslag ligt. De prestatie mag ook in rekening worden gebracht indien de zorgverzekeraar van de desbetreffende verzekerde uitsluitend restitutiepolissen aanbiedt onder de voorwaarde dat er een overeenkomst is met minimaal één andere zorgverzekeraar.

4. Valrisicobeoordeling

a. Prestatiestructuur

De valrisicobeoordeling bij een hoog valrisico vindt plaats aan de hand van een gestructureerde vragenlijst waarmee alle factoren worden nagegaan die een rol kunnen spelen bij het individuele valrisico. De valrisicobeoordeling resulteert in een individueel advies aan de patiënt waarin eventuele verwijzingen naar zorgaanbieders en/of interventies zijn opgenomen. Twee of drie maanden na het advies kan een evaluatie plaatsvinden met de patiënt waarin wordt besproken in hoeverre het advies is opgevolgd en of andere acties ingezet kunnen worden.

De prestatie wordt in tijdseenheden van 15 minuten gedeclareerd. Dit betekent dat de behandeltijd dient te worden afgerond naar het dichtstbijzijnde veelvoud van 15 minuten. De afronding van de behandeltijd mag niet uitkomen op minder dan 15 minuten.

b. Begrenzing en beperking van de prestatie

Indien een (deel van de) prestatie(s) wordt uitbesteed aan een onderaannemer (uitvoerende zorgaanbieder), dient gebruik te worden gemaakt van de prestatie onderlinge dienstverlening in artikel 5.5 van deze beleidsregel.

c. Tariefsoort en -hoogte

De onder artikel 5.4.a beschreven prestatie kent een maximumtarief van € 19,70 per 15 minuten (definitief niveau 2023).

Het tarief is gebaseerd op:

  • een gewogen gemiddelde over de gemiddelde kostprijzen binnen de paramedische- en huisartsenzorg;

  • in de tarieven is daarnaast een rentevergoeding op het genormeerd eigen vermogen (VGREV) opgenomen van 1,17%; en

  • jaarlijks vindt een aanpassing (indexering) plaats van de tariefcomponenten (loon en materieel).

De precieze onderbouwing van het maximumtarief staat in het ‘Verantwoordingsdocument; Toelichting op de berekening van het tarief valrisicobeoordeling’, dat als bijlage bij deze beleidsregel is opgenomen.

Voor de prestatie valrisicobeoordeling geldt de mogelijkheid tot een verhoogd maximumtarief. Het maximumtarief kan ten hoogste met 10% worden verhoogd indien hieraan een schriftelijke overeenkomst tussen de betreffende zorgaanbieder en zorgverzekeraar ten grondslag ligt. Dit verhoogde maximumtarief kan uitsluitend in rekening worden gebracht aan (a) de zorgverzekeraar met wie het verhoogde maximumtarief schriftelijk is overeengekomen of (b) de verzekerde ten behoeve van wie een zorgverzekering met betrekking tot de valrisicobeoordeling is gesloten bij een zorgverzekeraar met wie een zodanig verhoogd maximumtarief schriftelijk is overeengekomen. Een tarief dat niet hoger is het maximumtarief kan aan eenieder in rekening worden gebracht.

5. Onderlinge dienstverlening

a. Prestatiestructuur

Onderlinge dienstverlening betreft de levering van een (deel)prestatie of van een geheel van prestaties door een ‘andere zorgaanbieder’ in opdracht van een ‘zorgaanbieder’. De andere zorgaanbieder wordt in dit kader ook wel aangeduid als de ‘uitvoerende zorgaanbieder’. De zorgaanbieder wordt in dit kader ook wel aangeduid als de ‘opdrachtgevende zorgaanbieder’.

De uitvoerende zorgaanbieder heeft de mogelijkheid om (onderdelen van) de prestaties op het gebied van overige geneeskundige zorg met inachtneming van de geldende maximumtarieven, in opdracht van de opdrachtgevende zorgaanbieder via onderlinge dienstverlening in rekening te brengen aan de opdrachtgevende zorgaanbieder.

b. Tariefsoort en -hoogte

De tarieven voor de prestatie onderlinge dienstverlening zijn vrij onderhandelbaar. Het overeengekomen tarief mag echter niet hoger zijn dan het door de NZa vastgestelde maximumtarief voor de bij de zorg behorende prestatie.

Artikel 6. Intrekken oude beleidsregels

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de gepubliceerde maar nog niet in werking getreden Beleidsregel overige geneeskundige zorg, met kenmerk BR/REG-24143, ingetrokken.

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de Beleidsregel overige geneeskundige zorg, met kenmerk BR/REG-23135a, ingetrokken.

Artikel 7. Toepasselijkheid voorafgaande beleidsregel, bekendmaking, inwerkingtreding en citeertitel

Toepasselijkheid voorafgaande beleidsregel

De Beleidsregel overige geneeskundige zorg, met kenmerk BR/REG-23135a, blijft van toepassing op besluiten en aangelegenheden die hun grondslag vinden in die beleidsregel en die betrekking hebben op de periode waarvoor die beleidsregel gold.

Inwerkingtreding / Bekendmaking

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

Ingevolge artikel 5, aanhef en onder e, van de Bekendmakingswet, zal deze beleidsregel in de Staatscourant worden geplaatst. De beleidsregel ligt ter inzage bij de NZa en is te raadplegen op www.nza.nl.

Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel overige geneeskundige zorg.

Naar boven