Deelreglement Filmactiviteiten van de Stichting Nederlands Fonds voor de film

Geraadpleegd op 16-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 29-04-2024.
Geldend van 07-12-2023 t/m heden

Deelreglement Filmactiviteiten van de Stichting Nederlands Fonds voor de Film per 1 november 2023

Het bestuur van de Stichting Nederlands Fonds voor de Film,

gelet op het bepaalde in de Algemene Wet Bestuursrecht,

gelet op artikel 10, lid 4, van de Wet op het specifiek cultuurbeleid,

gelet op artikel 2 van het Algemeen Reglement,

met goedkeuring van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 18 oktober 2023,

besluit:

Hoofdstuk Algemeen

Artikel 1. – definities –

In dit deelreglement wordt verstaan onder:

  • atelier: een creatief ontwikkeltraject voor filmprojecten en makers in samenwerking met coaches of andere experts;

  • bestuur: het bestuur van het Fonds;

  • broedplaats: een regionaal ingebed ontwikkeltraject voor filmprofessionals in aansluiting op zowel de specifieke behoeften uit het veld als organisaties en opleidingen in de regio;

  • filmactiviteit: een activiteit op het gebied van film, concreet in de tijd afgebakend, die niet als filmproductie kan worden aangemerkt;

  • filmbijeenkomst: een incidentele en op film betrekking hebbende samenkomst voor filmprofessionals met als doel kennisontwikkeling en -verspreiding over en profilering en promotie van de professionele Nederlandse film;

  • filmdistributeur: een rechtspersoon die op continue basis bedrijfsactiviteiten ontplooit met als hoofddoel de distributie en exploitatie van filmproducties in de Nederlandse bioscoop en via andere distributiekanalen. De rechtspersoon is ten tijde van de subsidieaanvraag en gedurende minimaal twee jaar daarvoor gevestigd en actief geweest in Nederland, in een lidstaat van de Europese Unie, of in een staat die partij is bij de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, of in Zwitserland;

  • filmeducatiehub: een sterk regionaal ingebedde organisatie voor film met als één van de hoofdactiviteiten het afstemmen en aanbieden van film- en beeldeducatie (speelfilm, documentaire, animatie, nieuwe media en games) in de regio;

  • filmfestival: een in tijd beperkte reeks van en voor het publiek toegankelijke vertoningen van gecureerde, cinematografische professionele filmproducties van een bepaald(e) genre, categorie, herkomst, maker of auteur;

  • filmprofessional: een natuurlijk persoon met aantoonbare, gedegen en actuele kennis en ervaring op het gebied van filmproductie

  • filmproductie: een cinematografisch werk;

  • filmsector: het deel van de audiovisuele industrie dat professioneel actief is binnen de ontwikkeling, productie, distributie en vertoning van filmproducties;

  • financieel & productioneel protocol: het protocol waarin specifieke financiële en productionele vereisten, die het Fonds aan filmproducties en filmactiviteiten stelt, zijn opgenomen;

  • het Fonds: Stichting Nederlands Fonds voor de Film;

  • onderzoek: op de Nederlandse filmsector gericht praktijkonderzoek;

  • meerjarige activiteitensubsidie: een subsidie, die meerjarig (een periode van vier jaar) wordt verleend voor activiteiten van een instelling;

  • producent: de natuurlijke persoon die de productiemaatschappij rechtsgeldig vertegenwoordigt en binnen de organisatie van de productiemaatschappij beleidsmatig, bedrijfsmatig en inhoudelijk eindverantwoordelijk is;

  • productiemaatschappij: een rechtspersoon die op continue basis bedrijfsactiviteiten ontplooit met als hoofddoel de productie en exploitatie van filmproducties en andere audiovisuele mediaproducties. Deze rechtspersoon is ten tijde van de subsidieaanvraag gedurende minimaal twee jaar daarvoor gevestigd en actief geweest in Nederland, in een lidstaat van de Europese Unie, of in een staat die partij is bij de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, of in Zwitserland;

  • publicatie: een incidentele en op professionele Nederlandse beroepspraktijk van filmproductie betrekking hebbende tekst, afbeelding, beeld of geluidsdrager (niet zijnde een directe kopie van een filmproductie), die vermenigvuldigd wordt met het doel deze onder de aandacht te brengen van (inter)nationale filmprofessionals;

  • subsidie: de aanspraak op financiële middelen door het Fonds verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het Fonds geleverde goederen of diensten;

  • training: een cursus of workshop die gericht is op filmprofessionals met een duur van maximaal één jaar gericht op vakinhoudelijke kennisoverdracht of coaching in een (inter)nationale context. De training vergroot de vakkennis en vaardigheden van de aanvrager in relatie tot filmproducties en heeft aantoonbaar betrekking op de eigen professionele beroepspraktijk;

Artikel 2. – toepasselijkheid deelreglement –

  • 1 Dit deelreglement is van toepassing op subsidies die het Fonds verstrekt voor professionele filmactiviteiten in de categorieën filmfestival, (inter)nationale filmbijeenkomst, internationale festivalselectie, training, publicatie & onderzoek, filmeducatie en bijzondere bijdragen.

  • 2 Het Algemeen Reglement zoals van tijd tot tijd vastgesteld is van toepassing naast en in aanvulling op dit deelreglement.

Artikel 3. – subsidiesoorten –

  • 1 Het bestuur verstrekt ten behoeve van alle in artikel 2, lid 1 genoemde categorieën subsidies.

  • 2 Onverminderd het bepaalde in het vorige lid kan het bestuur in de categorie filmfestival en filmeducatiehub een meerjarige activiteitensubsidie verstrekken.

  • 3 Het bestuur kan (internationale) partnerschappen aangaan op het gebied van (inter)nationale filmbijeenkomsten en training om de ontwikkeling en internationale profilering van Nederlands talent te stimuleren.

Artikel 4. – aanvraag –

  • 1 Een aanvraag voor subsidie wordt digitaal ingediend.

  • 2 Een aanvraag voor subsidie voor eenzelfde filmactiviteit, die tweemaal door het Fonds is afgewezen, wordt niet meer in behandeling genomen.

  • 3 Aanvragen dienen te voldoen aan de financiële en productionele richtlijnen en vereisten vermeld in het Financieel & Productioneel Protocol. De hoogte van een subsidie kan door het bestuur per geval worden bepaald aan de hand van richtbedragen die jaarlijks worden gepubliceerd op de website van het Fonds www.filmfonds.nl en in het Financieel & Productioneel Protocol.

Artikel 5. – aanvrager –

  • 1 Een aanvraag voor een projectmatig verleende subsidie in de categorieën filmfestival en (inter)nationale filmbijeenkomstwordt gedaan door een op filmgebied gespecialiseerde rechtspersoon, die verantwoordelijk is voor de organisatie van filmfestivals of filmbijeenkomsten

  • 2 Aanvragen voor meerjarige activiteitensubsidie in de categorie filmfestival zijn alleen mogelijk voor rechtspersonen die eerder op basis van de meerjarige regeling subsidie hebben ontvangen dan wel die minimaal zes edities van het betreffende jaarlijkse filmfestival met een groot publieksbereik en een minimale duur van vijf aaneensluitende dagen hebben gerealiseerd.

  • 3 Een filmfestival dat meerjarige activiteitensubsidie op grond van de Regeling op het specifiek cultuurbeleid, dan wel meerjarige activiteitensubsidie filmfestival van het Fonds ontvangt, kan, in aanvulling op de reeds gesubsidieerde kerntaken, een subsidie aanvraag indienen voor een filmactiviteit zoals benoemd in artikel 12 lid 3 indien deze gericht is op de versterking van de platformfunctie.

  • 4 Een aanvraag voor een subsidie in de categorie training wordt gedaan door een natuurlijk persoon die tenminste 2 jaar als filmprofessional werkzaam is, of door een adequaat geëquipeerde organisatie die reeds twee, of meer, achtereenvolgende jaren op continue basis trainingen biedt aan filmprofessionals. Een aanvraag voor training op grond van artikel 18 lid 4 wordt gedaan door een adequaat geëquipeerde organisatie die op continue basis trainingen biedt aan filmprofessionals dan wel een filmfestival dat op grond van de Regeling op het specifiek cultuurbeleid meerjarige activiteitensubsidie ontvangt.

  • 5 Een aanvraag voor een subsidie in de categorie publicatie & onderzoek (zoals bedoeld in artikel 21) wordt gedaan door een rechtspersoon of natuurlijk persoon met professionele kennis en ervaring op het gebied van publicaties of onderzoek met betrekking tot de filmsector.

  • 6 Een aanvraag voor een filmeducatiehub (zoals bedoeld in artikel 23) wordt gedaan door een op filmgebied gespecialiseerde rechtspersoon zonder winstoogmerk.

  • 7 Een aanvraag voor een subsidie in de categorie bijzondere bijdragen (zoals bedoeld in artikel 24) wordt gedaan door een rechtspersoon of natuurlijk persoon, die verantwoordelijk is voor de betreffende filmactiviteit.

Artikel 6. – subsidievorm –

De subsidie, die ten behoeve van de in dit deelreglement genoemde filmactiviteiten wordt verstrekt hoeft niet

te worden terugbetaald uit inkomsten tenzij bijzondere omstandigheden een subsidie in de vorm van een

lening of garantie rechtvaardigen.

Artikel 7. – beoordeling subsidie voor filmactiviteiten –

Voor toekenning van de aanvraag dient het oordeel van het bestuur over de kwaliteit van de filmactiviteit positief te zijn. De kwaliteit van de filmactiviteit wordt beoordeeld aan de hand van de beoordelingscriteria in artikel 5 van het Algemeen Reglement van het Fonds, tenzij in de bijzondere bepalingen ten aanzien van de categorieën anders wordt bepaald.

Artikel 8. – onderlinge verhouding subsidies –

Het verstrekken van een subsidie in het kader van dit deelreglement bindt het bestuur in geen geval tot het verlenen van enige andere subsidie.

Artikel 9. – verplichtingen subsidieontvanger –

De ontvanger van de subsidie is verplicht:

  • a. binnen zes maanden na de subsidieverlening door het Fonds, maar in ieder geval voordat de uitvoering van de filmactiviteit start, aan te tonen dat er financiële dekking is voor de bij de aanvraag gevoegde begrote kosten van de filmactiviteit.

  • b. binnen vier maanden na afloop van de filmactiviteit te rapporteren aan het Fonds volgens de procedure die is opgenomen in het verleningsbesluit tenzij hiervoor in het verleningsbesluit anders is bepaald.

Artikel 10. – weigerings- en intrekkingsgronden –

  • 1 In aanvulling op artikel 14 van het Algemeen Reglement van het Fonds, wordt een aanvraag voor een subsidie afgewezen indien sprake is van een aanvraag voor dezelfde filmactiviteit ten behoeve waarvan het bestuur reeds eerder een subsidie heeft verleend.

  • 2 In aanvulling op artikel 22 van het Algemeen Reglement van het Fonds, is het bestuur bevoegd de subsidie in te trekken wanneer de aanvrager na de subsidieverlening, maar vóór de vaststelling van de subsidie, niet in staat is geweest binnen de in artikel 9, sub a van dit deelreglement, bedoelde termijn aan te tonen dat de in dat artikel bedoelde financiële dekking van de filmactiviteit definitief en volledig is toegezegd door de betreffende financiers en is vastgelegd in (een) overeenkomst(en).

  • 3 In geval van een meerjarige activiteitensubsidie zoals bedoeld in artikel 3 lid 2, is het bestuur gerechtigd de subsidie te weigeren of in te trekken als de aanvrager, in de aan de aanvraag voorafgaande vier jaar, dan wel tijdens de uitvoering van de filmactiviteit, niet heeft voldaan aan een of meer aan de subsidie verbonden voorwaarden of verplichtingen, waaronder in elk geval het juist en tijdig afronden van de gesubsidieerde activiteiten, het tijdig melden van relevante veranderingen in de uitvoering en het juist en tijdig verantwoorden van de activiteiten.

  • 5 Aanvragers die projectsubsidie van het Fonds ontvangen voor hun kernactiviteit komen niet in aanmerking voor een andere subsidie voor een filmactiviteit wanneer die samenvalt met de kernactiviteit waarvoor zij reeds projectsubsidie ontvangen.

  • 6 Aanvragen voor een volgende editie van een filmactiviteit waaraan in hetzelfde kalenderjaar al een subsidie is verleend, worden afgewezen.

Hoofdstuk Bijzondere bepalingen ten aanzien van de categorieën

Paragraaf 1. Filmfestival

Artikel 11. – subsidiabele activiteit filmfestival –

  • 1 Een subsidie kan worden verleend voor het organiseren van een filmfestival dat als doel heeft het stimuleren van kennisontwikkeling en – verspreiding over en profilering en promotie van de professionele film in Nederland.

  • 2 Filmfestivals dienen te voldoen aan de volgende voorwaarden om voor een subsidie in aanmerking te komen:

    • a. het festival vindt plaats in het Koninkrijk der Nederlanden;

    • b. de aanvrager werkt samen met private en publieke partners die substantieel meefinancieren in de kosten van de filmactiviteit, waarbij lokale financiering van de gemeente of provincie of een hieraan gelieerd fonds voor tenminste 5% een voorwaarde is voor een eventuele subsidie van het Fonds;

    • c. het festival heeft binnen een periode van vier jaar voorafgaand aan de aanvraag minimaal twee eerdere edities gehad (met uitzondering van een filmfestival dat gewijd is aan een maker of auteur);

    • d. het de nieuwe editie van het festival vindt uiterlijk zeven maanden na het indienen van de aanvraag plaats.

  • 3 De subsidie van het Fonds bedraagt maximaal 30% van de totale kosten van een filmfestival dat in aanmerking komt voor een subsidie voor filmfestivals of een meerjarige activiteitensubsidie.

  • 4 In afwijking van artikel 5 van het Algemeen reglement wordt een aanvraag voor een filmfestival getoetst aan de volgende criteria:

    • a. het filmfestival presenteert een programma van (inter)nationale filmproducties met artistieke en inhoudelijke kwaliteit en diversiteit, dient een cinematografisch belang en biedt bezoekers gelegenheid inzicht te krijgen in, en kennis te nemen van, ontwikkelingen op cinematografisch gebied;

    • b. het filmfestival heeft maatschappelijke betekenis en is van meerwaarde ten opzichte van het reguliere aanbod van filmvertoningen in Nederland;

    • c. het filmfestival is toegankelijk voor een divers publiek, heeft een landelijke uitstraling en draagt bij aan de spreiding en diversiteit van filmfestivals in Nederland;

    • d. het filmfestival heeft wat betreft de inhoudelijke en zakelijke organisatie een goede staat van dienst en kent een evenwichtige en realistische verhouding tussen kosten, gevraagde subsidie, recette en publieksbereik;

    • e. het filmfestival heeft een visie en deugdelijk stappenplan ten aanzien van de codes Fair Practice, Cultural Governance en Diversiteit & Inclusie

    • f. het filmfestival heeft een visie en stappenplan ten aanzien van Duurzaamheid als het gaat om de transitie van de organisatie en de eigen activiteiten.

  • 5 Het bestuur geeft prioriteit aan filmfestivals met een relevant nevenprogramma op het gebied van internationale samenwerking, talentontwikkeling, innovatie van de cinematografie, educatie of een combinatie hiervan.

  • 6 In afwijking van het eerste lid kunnen aanvragers die gedurende ten minste vier aaneensluitende jaren direct voorafgaande aan de aanvraag subsidies voor het filmfestival van het Fonds hebben ontvangen en deze vorige edities succesvol en in lijn met de daaraan gestelde verplichtingen hebben afgerond, een subsidie voor twee jaar aanvragen, voor het organiseren van twee edities van hetzelfde jaarlijks terugkerend filmfestival.

Artikel 12. – meerjarige activiteitensubsidie filmfestival –

  • 1 Om in aanmerking te komen voor een meerjarige activiteitensubsidie wordt een filmfestival in aanvulling op de voorwaarden en criteria genoemd in artikel 11 getoetst of het voldoet aan de volgende criteria:

    • a. de aanvrager heeft minimaal zes edities van het betreffende filmfestival georganiseerd met een groot en divers publiek;

    • b. het filmfestival richt zich op een voor Nederland uniek genre of is van groot regionaal belang;

    • c. het filmfestival heeft naast een landelijke uitstraling een internationale uitstraling;

    • d. het filmfestival draagt binnen zijn programmering zorg voor een duidelijke positionering van Nederlandse films en is van belang voor (de zichtbaarheid van) filmprofessionals werkzaam binnen de Nederlandse filmsector; en

    • e. het filmfestival geeft in zijn activiteitenplan en ondernemingsplan een realistisch beeld van de beoogde ontwikkelingen en ambities in de komende vier jaar; en

    • f. het filmfestival had voor de 2019 en 2022 edities daarvan een gerealiseerd festivalbudget van meer dan € 400.000 euro en minimaal 7.000 betalende bezoekers.

  • 2 Het Fonds verleent voor de periode 2025 – 2028 een meerjarige activiteitensubsidie aan maximaal zeven filmfestivals, waarbij prioriteit wordt gegeven aan filmfestivals met een groot regionaal belang of met een actueel of vernieuwend aanbod gericht op:

    • de internationale animatiefilm;

    • de internationale korte film;

    • de international science fiction- of fantasy film;

    • film op het gebied van mensenrechten en urgente maatschappelijke thema’s;

    Het betreffende filmfestival biedt daarbij een professioneel programma aan met betrekking tot tenminste twee van de onderstaande activiteiten. Het filmfestival stimuleert:

    • a. internationale uitwisseling en samenwerking tussen filmprofessionals uit Nederland en het buitenland gericht op coproductie;

    • b. talentontwikkeling van Nederlandse filmprofessionals en deskundigheidsbevordering in een internationale context;

    • c. innovatie van de cinematografie met een impact op de Nederlandse filmsector;

    • d. film- en media-educatie en de toegankelijkheid voor kinderen en jongeren.

Artikel 13. – aanvraag meerjarige activiteitensubsidie filmfestival –

  • 1 Een aanvraag voor meerjarige activiteitensubsidie in de categorie filmfestival voor de periode 2025-2028 dient uiterlijk maandag 31 januari 2024 om 17:00 uur te zijn ontvangen door het Fonds.

  • 2 De meerjarige activiteitensubsidie wordt verstrekt voor een periode van vier jaar.

  • 3 Het bestuur stelt vóór 1 december 2023 het subsidieplafond voor meerjarige activiteitensubsidies ten behoeve van filmfestivals vast. Het subsidieplafond wordt gepubliceerd in de Staatscourant en tevens bekendgemaakt op de website van het Fonds: www.filmfonds.nl en in het Financieel & Productioneel Protocol.

Artikel 14. – verdeling budget meerjarige activiteitensubsidie –filmfestival –

  • 1 Aanvragen voor meerjarige activiteitensubsidie in de categorie filmfestival die aan de voorwaarden voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen worden door het bestuur onderverdeeld in de volgende adviescategorieën:

    • a. honoreren;

    • b. honoreren voor zover het budget dat toelaat; en

    • c. niet honoreren.

  • 2 Als het subsidieplafond ontoereikend is om alle aanvragen met het advies ‘honoreren voor zover het budget dat toelaat’ te honoreren, worden de aanvragen in een rangorde geplaatst op basis van de beoordelingscriteria zoals deze zijn vastgelegd in artikel 11 en 12 van dit deelreglement.

  • 3 Het bestuur honoreert eerst de aanvragen met het advies ‘honoreren’. Vervolgens worden de aanvragen met het advies ‘honoreren voor zover het budget dat toelaat’ gehonoreerd in volgorde van de rangorde. Het bestuur verdeelt de beschikbare subsidie volgens de rangorde, waarbij aanvragen worden toegewezen of gedeeltelijk toegewezen totdat het subsidieplafond is bereikt. De resterende aanvragen worden niet gehonoreerd en dus afgewezen.

  • 4 Indien het bestuur het subsidieplafond verhoogt, wordt eerst de subsidie van een aanvraag die wegens ontoereikendheid van het budget gedeeltelijk was toegewezen alsnog verhoogd tot het geadviseerde bedrag. Vervolgens wordt steeds de eerstvolgende aanvraag toegewezen totdat het subsidieplafond is bereikt.

  • 5 Als er na het verdelen van de beschikbare budgetten sprake is van een aanzienlijke lacune in de regionale spreiding van filmfestivals, kan het bestuur besluiten alsnog subsidie toe te kennen aan een aanvrager op wiens aanvraag anders afwijzend zou zijn beschikt.

Artikel 15. – verantwoording meerjarige activiteitensubsidie filmfestival –

In aanvulling op artikel 19 van het Algemeen Reglement van het Fonds is de subsidieontvanger verplicht om de verantwoording over de financiën en de resultaten van het filmfestival over het jaar daarvoor, evenals de afrekening van de vorige editie en het evaluatieformulier uiterlijk 3 maanden vóór de volgende editie bij het Fonds in te leveren.

Paragraaf 2. (Inter)nationale filmbijeenkomst

Artikel 16. – subsidiabele activiteit –

Subsidie kan worden verleend voor:

Nationale filmbijeenkomst

  • a. een filmbijeenkomst of een beperkte reeks bijeenkomsten in Nederland die als doel heeft het vergroten van de deskundigheid en het netwerk van Nederlandse filmprofessionals en de profilering van film in Nederland door het stimuleren van kennisontwikkeling, innovatie, diversiteit of samenwerking met andere kunstdisciplines; of

Internationale filmbijeenkomst

  • b. een internationale filmbijeenkomst in Nederland of in het buitenland, zijnde een presentatie of promotionele en op de Nederlandse filmsector gerichte activiteit, primair bedoeld voor filmprofessionals, met als doel het stimuleren van internationale coproductie, de internationale profilering en promotie van de Nederlandse film en filmindustrie in het buitenland.

Artikel 17. – vereisten aanvraag –

Nationale filmbijeenkomst

  • 1 Uitsluitend filmbijeenkomsten in Nederland als bedoeld onder artikel 16, sub a, die voldoen aan de volgende voorwaarden komen voor subsidie in aanmerking:

    • a. de filmbijeenkomst kent geen winstoogmerk;

    • b. de filmbijeenkomst vindt plaats in Nederland;

    • c. er wordt samengewerkt met andere professionele partners en de filmbijeenkomst wordt mede gefinancierd door tenminste twee partners; en

    • d. de filmbijeenkomst is openbaar en toegankelijk voor het publiek.

  • 2 Om in aanmerking te komen voor een subsidie dient een filmbijeenkomst als bedoeld in artikel 16 sub a te voldoen aan de volgende criteria:

    • a. de filmbijeenkomst heeft een meerwaarde ten opzichte van het bestaande aanbod van filmbijeenkomsten in Nederland;

    • b. de filmbijeenkomst richt zich op deskundigheidsbevordering en het vergroten van het netwerk van Nederlandse filmprofessionals;

    • c. de filmbijeenkomst biedt deelnemers en bezoekers gelegenheid inzicht te krijgen in en kennis te nemen van ontwikkelingen op cinematografisch gebied of in ontwikkelingen in de (inter)nationale filmindustrie.

Internationale filmbijeenkomst

  • 3 Uitsluitend filmbijeenkomsten als bedoeld in artikel 16 sub b, die voldoen aan de volgende voorwaarden komen in aanmerking voor een subsidie:

    • a. de filmbijeenkomst kent geen winst oogmerk;

    • b. er wordt samengewerkt met andere professionele organisaties en buitenlandse partners;

    • c. er wordt (mee)gefinancierd door tenminste twee (inter)nationale partners: en

    • d. de filmbijeenkomst is openbaar en toegankelijk voor het publiek.

  • 4 Om in aanmerking te komen voor een subsidie voor filmbijeenkomsten als bedoeld in artikel 16 sub b dient een filmbijeenkomst te voldoen aan de volgende criteria:

    • a. de filmbijeenkomst genereert voldoende internationale belangstelling onder bestaande en nieuwe filmprofessionals in binnenland en buitenland en levert een aantoonbare bijdrage aan het Nederlands filmklimaat of de Nederlandse productiesector;

    • b. de filmbijeenkomst heeft een meerwaarde voor het bestaande aanbod van Nederlandse filmproducties in het buitenland.

  • 5 Het bestuur kan een subsidie verlenen aan filmbijeenkomsten, zoals bedoeld in artikel 16 sub a en b, indien sprake is van:

    • a. internationale filmbijeenkomsten gericht op kennisuitwisseling tussen ervaren filmprofessionals en het bevorderen van coproductie; of;

    • b. filmbijeenkomsten die de diversiteit en innovatie van de sector stimuleren; of

    • c. filmbijeenkomsten over film die de samenwerking met andere kunstdisciplines of sectoren stimuleren.

  • 6 Een aanvraag voor een subsidie voor een filmbijeenkomst wordt uiterlijk zes weken voor aanvang van de filmbijeenkomst ingediend.

Paragraaf 3. Training

Artikel 18. – subsidiabele activiteit –

  • 1 Subsidie kan worden verleend voor deelname aan of het organiseren van een training in het binnen- of buitenland op het gebied van de ontwikkeling, (post)productie, of distributie/vertoning van filmproducties en innovatie van de filmsector.

  • 2 De training moet:

    • a. aantoonbaar betrekking hebben op de professionele Nederlandse filmpraktijk;

    • b. van een professioneel en hoogwaardig niveau zijn;

    • c. de vakkennis en vaardigheden van de deelnemer binnen zijn of haar eigen vakgebied vergroten.

    Subsidie voor deelname aan een training buiten het eigen vakgebied wordt alleen toegekend indien voldoende gemotiveerd wordt hoe de training bijdraagt aan de kennisvergroting met betrekking tot de huidige werkzaamheden.

  • 3 Het bestuur kan een subsidie verlenen voor:

    • a. deelname aan of het organiseren van internationale trainingen voor filmprofessionals gericht op kennisuitwisseling tussen filmprofessionals teneinde de professionalisering van projectontwikkeling, financiering en distributie van filmproducties in Nederland te bevorderen; of

    • b. deelname aan of het organiseren van trainingen in een internationale context voor filmprofessionals, mede ondersteund door een producent en gekoppeld aan een specifieke filmproductie.

  • 4 Het bestuur kan ter stimulering van de ontwikkeling van talent ook een speciale aanvraagronde uitschrijven voor:

    • a. een atelier op grond waarvoor subsidie kan worden verleend voor de organisatie daarvan en de deelname daaraan;

    • b. een broedplaats ter versterking van de regionale infrastructuur voor talentonwikkeling waarbij gestreefd wordt naar landelijke spreiding.

    Het bestuur publiceert op de website van het Fonds: www.filmfonds.nl nadere voorwaarden, procedures en werkwijzen met betrekking tot de uitgeschreven speciale rondes.

  • 5 Het bestuur kan ook een subsidie verlenen aan een landelijk creative skills en talent lab dat naast trajecten voor talentontwikkeling, skills-training biedt voor filmprofessionals betrokken bij de ontwikkeling en productie van films.

Artikel 19. – verplichtingen –

De ontvanger van een subsidie voor deelname aan een training dient – indien van toepassing – een bewijs van inschrijving of deelname voor de training van de organiserende instelling binnen een termijn van twee weken na bekendmaking van de verlening van de subsidie te overleggen aan het Fonds.

Artikel 20. – weigeringsgronden –

In aanvulling op artikel 14 van het Algemeen Reglement, wordt een aanvraag voor een subsidie afgewezen indien:

  • a. sprake is van een meerjarige opleiding;

  • b. sprake is van een studie aan een onderwijsinstelling voor hoger onderwijs in Nederland of het buitenland;

  • c. de aanvraag voor een subsidie aan een training later dan vier weken voor aanvang van de training wordt ingediend; of

  • d. de aanvrager in hetzelfde kalenderjaar reeds een subsidie van het Fonds voor (het organiseren van) een training heeft ontvangen en daarmee het in het Financieel & Productioneel Protocol zoals van tijd tot tijd vastgesteld benoemde maximum bedrag per aanvrager per jaar overschreden zou worden.

Paragraaf 4. Publicatie & Onderzoek

Artikel 21. – subsidiabele activiteit –

  • 1 Subsidie kan worden verleend voor:

    • a. Incidentele publicaties gericht op de vakinhoudelijke beroepspraktijk van Nederlandse filmprofessionals die als doel hebben het verdiepen en verbreden van de kennisontwikkeling of de promotie van de Nederlandse film in het binnen- en buitenland; of

    • b. onderzoek dat voor de Nederlandse filmsector relevant en op de praktijk gericht is.

  • 2 Journalistieke artikelen of teksten in een krant of tijdschrift dan wel voor op het internet komen niet voor een subsidie in aanmerking.

Artikel 22. – vereisten publicaties –

Een subsidie voor publicaties wordt uitsluitend verleend indien de publicatie:

  • a. gericht is op de beroepspraktijk van filmprofessionals in relatie tot de Nederlandse film, en,

  • b. gericht is op een publiek van (inter)nationale filmprofessionals, en,

  • c. door ten minste twee professionele partijen (derden) met een gedegen financiële bijdrage en afnamegarantie ondersteund wordt.

Paragraaf 5. Filmeducatiehub

Artikel 23. – subsidiabele activiteit –

  • 1 Een meerjarige activiteitensubsidie voor twee jaar kan worden verleend aan een filmeducatiehub voor het vervullen van een coördinerende rol in het samenbrengen van vraag en aanbod op het gebied van film- en beeldeducatie in een afgebakende regio. Het gaat daarbij om activiteiten ter bevordering van zowel actief als receptief filmonderwijs. Filmeducatiehubs vormen onderling een netwerk dat is aangesloten bij het Landelijk Netwerk Filmeducatie.

  • 2 Filmeducatiehubs moeten voldoen aan de volgende voorwaarden om voor een subsidie in aanmerking te komen:

    • a. een bewezen staat van dienst op het vlak van film- en beeldeducatie;

    • b. een jaarlijks bereik van ten minste 10.000 leerlingen in primair onderwijs of voortgezet onderwijs;

    • c. een aantoonbare (subsidie)relatie met regionale/lokale overheden; en

    • d. een aantoonbaar relevant netwerk van onderwijsinstellingen en aanbieders op het gebied van film- en beeldeducatie (filmtheaters, filmfestivals, onderwijsontwikkelaars, bibliotheken, etc.) die de te bedienen regio bestrijken en die de aanvraag als samenwerkende partner aantoonbaar ondersteunen;

  • 3 Voor de beoordeling van de kwaliteit van de filmeducatiehub is het volgende van belang:

    • a. een heldere en onderbouwde visie op de voorgenomen activiteiten op het gebied van kennisdeling, -uitwisseling en deskundigheidsbevordering in de regio met de nadruk op de verbindende makelaarsfunctie;

    • b. de mate waarin relevante filmfestivals, filmtheaters, onderwijsontwikkelaars, bibliotheken en andere aanbieders zich in de betreffende regio aan de hub verbinden als samenwerkingspartner en wat hun rol in deze samenwerking zal zijn;

    • c. de onderbouwing van het beoogde oplopende bereik van leerlingen (primair onderwijs of voortgezet onderwijs) in de jaren 2021 t/m 2024 en de beoogde kwaliteitsverhoging van het aanbod;

  • 4 Het bestuur geeft prioriteit aan organisaties die regionale of lokale financiers aan zich hebben weten te binden én die al eerder succesvol hebben deelgenomen aan de regeling voor filmeducatiehubs van het Fonds.

  • 5 Er wordt door het bestuur gestreefd naar landelijke dekking door middel van zes tot zeven filmeducatiehubs met een brede regionale, eventueel provincie overschrijdende spreiding.

Paragraaf 6. Bijzondere bijdragen

Artikel 24. – subsidiabele activiteit –

Subsidie kan worden verleend voor de uitvoering van een innovatieve filmactiviteit op het gebied van diversiteit en duurzaamheid, productie, promotie & marketing, distributie, filmeducatie en vertoning. De activiteit dient ter versterking van de Nederlandse filmsector of heeft vanuit de relatie met de Nederlandse film een bijzondere maatschappelijke impact als gevolg.

Hoofdstuk Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 25

  • 1 In alle gevallen waarin dit deelreglement niet voorziet, beslist het bestuur.

  • 2 Het bestuur kan om zwaarwegende redenen afwijken van dit deelreglement, voor zover dergelijke afwijkingen verenigbaar zijn met het beoordelingskader voor staatssteun aan de filmsector, zoals dat wordt gehanteerd door de Europese Commissie.

  • 3 Dit deelreglement is vastgesteld door het bestuur met goedkeuring van de Raad van Toezicht van het Fonds op 15 september 2023. Dit deelreglement treedt in werking met ingang van 1 november 2023.

  • 5 Op alle aanvragen die door het Fonds voor 1 november 2023 zijn ontvangen blijft het deelreglement Filmactiviteiten zoals dit gold tot 1 november 2023 van toepassing.

  • 6 Dit deelreglement wordt aangehaald als deelreglement Filmactiviteiten van de Stichting Nederlands Fonds voor de film.

  • 7 Dit deelreglement wordt bekendgemaakt door kennisgeving ervan in de Staatscourant en op de website van het Nederlands Filmfonds (www.filmfonds.nl).

Naar boven