Wet aanpassing fiscale beleggingsinstelling

Toekomstige wijziging(en) op 01-01-2025. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 02-06-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 01-01-2024.
Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Wet van 20 december 2023 tot wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 tot aanpassing van de regeling voor de fiscale beleggingsinstelling (Wet aanpassing fiscale beleggingsinstelling)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wijzigingen aan te brengen in de regeling voor de fiscale beleggingsinstelling;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel II

  • 1 Van overdrachtsbelasting is vrijgesteld de verkrijging van economische eigendom als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer ingeval deze uiterlijk op 31 december 2024 wordt verkregen:

    • a. van een rechtspersoon die op het onmiddellijk aan die verkrijging voorafgaande tijdstip kwalificeert als beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 maar die op dat tijdstip niet als zodanig had gekwalificeerd indien op dat tijdstip genoemd artikel 28 zoals dat luidt na de inwerkingtreding van artikel I reeds was toegepast; en

    • b. in de vorm van een deelgerechtigdheid in een lichaam dat voor Nederlandse fiscale doeleinden transparant is en waarin de rechtspersoon die economische eigendom heeft ingebracht, zulks onder de voorwaarde dat de verkrijger na de verkrijging in gelijke mate gerechtigd is tot het vermogen van dat fiscaal transparante lichaam als hij was door middel van aandelen in de beleggingsinstelling, op het onmiddellijk aan die verkrijging voorafgaande tijdstip.

  • 2 Onder een lichaam dat voor Nederlandse fiscale doeleinden transparant is, wordt voor de toepassing van dit artikel verstaan: een lichaam dat niet kwalificeert als een lichaam in de zin van de artikelen 2 of 3 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 zoals die luiden met ingang van 1 januari 2025.

  • 4 Indien een verkrijging van aandelen als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer in de rechtspersoon, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, na toepassing van de vrijstelling, bedoeld in het eerste lid, binnen een tijdsverloop van twee jaren wordt gevolgd door een verkrijging van rechten van deelneming door dezelfde verkrijger, al dan niet tezamen met een of meer personen of lichamen als bedoeld in artikel 2, vierde lid, onderdelen a of b, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer, in het fiscaal transparante lichaam, bedoeld in het eerste lid, worden deze verkrijgingen beschouwd als te hebben plaatsgehad ingevolge dezelfde of een samenhangende overeenkomst voor de toepassing van artikel 4, derde lid, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer.

  • 5 Voor de toepassing van termijnen die van toepassing zijn op grond van het gestelde krachtens artikel 15 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer treedt de verkrijger, onderscheidenlijk het fiscaal transparante lichaam, bedoeld in het eerste lid, in de plaats van de vervreemder, onderscheidenlijk de beleggingsinstelling.

  • 7 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere voorwaarden worden gesteld voor de toepassing van dit artikel.

Artikel III

  • 1 Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

  • 2 In afwijking van het eerste lid treedt artikel I in werking met ingang van 1 januari 2025.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 20 december 2023

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Financiën,

M.L.A. van Rij

Uitgegeven de zevenentwintigste december 2023

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D. Yeşilgöz-Zegerius

Naar boven