Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden voor prioriteitsscholen 2024

[Regeling vervalt per 23-03-2029.]
Geraadpleegd op 01-06-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-05-2024 en zichtdatum 01-05-2024.
Geldend van 10-04-2024 t/m heden

Regeling van de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs van 4 april 2024, nr. OVO/44663863, houdende regels voor de subsidieverstrekking aan prioriteitsscholen voor het verbeteren van de basisvaardigheden met bewezen effectieve interventies (Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden voor prioriteitsscholen 2024)

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 3. Te subsidiëren activiteiten ter verbetering van de basisvaardigheden

  • 1 De minister kan ter verbetering van de basisvaardigheden aan een bevoegd gezag van een prioriteitsschool voor de schooljaren 2024/2025 en 2025/2026 en de periode van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2026 voor scholen uit het tweede aanvraagtijdvak subsidie verstrekken voor de uitvoering van één of meer evidence-informed interventies en voor monitoring van het prestatieniveau van leerlingen op het gebied van basisvaardigheden.

  • 2 De evidence-informed interventies zijn in ieder geval gericht op het versterken van de basisvaardigheden op het gebied van taal dan wel rekenen of wiskunde, of taal en rekenen of wiskunde en waar nodig ook op het versterken van de basisvaardigheden burgerschap en digitale geletterdheid.

Artikel 4. Aanvraag subsidie

  • 1 Een bevoegd gezag kan per vestiging één aanvraag voor subsidie indienen.

  • 2 Een aanvraag voor het eerste tijdvak van de subsidie kan worden ingediend van 10 april 2024 tot en met 26 april 2024. Een aanvraag voor het tweede tijdvak van de subsidie kan worden ingediend van 2 september 2024 tot en met 13 september 2024. Aanvragen die buiten de aanvraagperiode worden ingediend, worden afgewezen.

  • 3 De subsidie wordt aangevraagd met gebruikmaking van het digitale aanvraagformulier dat daartoe op de website van DUS-I beschikbaar is gesteld. In dit aanvraagformulier vermeldt de aanvrager:

    • a. de naam van het bevoegd gezag;

    • b. het in de RIO geïdentificeerde nummer van de vestiging waarvoor de aanvraag wordt ingediend;

    • c. de naam, het telefoonnummer en het e-mailadres van de contactpersoon;

    • d. een inventarisatie van de behoefte aan begeleiding van de school, waar het ondersteuning door een onderwijscoördinator betreft.

Artikel 5. Subsidieplafonds en deelplafonds

  • 1 Voor subsidieverstrekking op aanvragen die in het eerste aanvraagtijdvak, bedoeld in artikel 4, tweede lid, zijn ingediend, is een bedrag beschikbaar van in totaal € 16.274.000, waarvan:

    • a. € 4.805.000, beschikbaar is voor het primair onderwijs en primair onderwijs BES;

    • b. € 9.914.000, beschikbaar is voor het voortgezet onderwijs; en

    • c. € 1.555.000, beschikbaar is voor het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs.

  • 2 Voor subsidieverstrekking op aanvragen die in het tweede aanvraagtijdvak, bedoeld in artikel 4, tweede lid, zijn ingediend, is een bedrag beschikbaar van in totaal € 22.812.500, waarvan:

    • a. € 8.662.500, beschikbaar is voor het primair onderwijs en primair onderwijs BES, niet zijnde speciaal onderwijs, speciaal basisonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs;

    • b. € 12.350.000, beschikbaar is voor het voortgezet onderwijs; en

    • c. € 1.800.000, beschikbaar is voor het speciaal onderwijs, speciaal basisonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs.

  • 3 Indien één of meerdere bedragen, bedoeld in het eerste en tweede lid, niet of niet volledig worden benut, worden de resterende middelen naar rato verdeeld over de andere subsidieplafonds in het betreffende lid.

  • 4 Als de middelen bedoeld in het eerste lid, na toepassing van het derde lid, niet volledig worden benut, kan het resterende bedrag, door wijziging van de desbetreffende subsidieregeling, worden toegevoegd aan het beschikbare budget voor:

Artikel 6. Subsidiebedrag

  • 1 Het subsidiebedrag voor een school voor primair onderwijs en primair onderwijs BES wordt berekend door het aantal leerlingen dat op 1 februari 2023 stond ingeschreven op de desbetreffende vestiging te vermenigvuldigen met een bedrag van € 1.000,–.

  • 2 Het bedrag van de subsidie voor een school voor voortgezet onderwijs wordt berekend door het aantal leerlingen dat op 1 oktober 2022 stond ingeschreven op de desbetreffende vestiging te vermenigvuldigen met een bedrag van € 1.000,–.

  • 3 Het subsidiebedrag wordt aan een bevoegd gezag in Caribisch Nederland uitbetaald in US-dollars tegen de vastgestelde wisselkoers.

Artikel 7. Wijze van verdeling beschikbare middelen

  • 1 Indien de toewijzing van alle daarvoor in aanmerking komende aanvragen voor een subsidie zou leiden tot overschrijding van een subsidieplafond als bedoeld in artikel 5, eerste of tweede lid, krijgen de aanvragen met betrekking tot de vestigingen van prioriteitsscholen in Caribisch Nederland voorrang. Indien de toewijzing van alle aanvragen van prioriteitsscholen in Caribisch Nederland zou leiden tot overschrijding van een subsidieplafond als bedoeld in artikel 5, eerste of tweede lid, worden deze aanvragen gerangschikt op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

  • 2 Vervolgens krijgen aanvragen van prioriteitsscholen met het inspectieoordeel ‘zeer zwak’ voorrang op aanvragen van scholen met het inspectieoordeel ‘onvoldoende’. Indien de toewijzing van alle aanvragen van prioriteitsscholen met het inspectieoordeel ‘zeer zwak’ zou leiden tot overschrijding van een subsidieplafond als bedoeld in artikel 5, eerste of tweede lid, worden deze aanvragen gerangschikt op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

  • 3 Indien na toepassing van het tweede lid nog middelen resteren, worden de overige aanvragen gerangschikt op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

Artikel 8. Afwijzingsgronden

  • 1 Onverminderd artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht wordt een subsidie in elk geval geweigerd:

    • a. indien aan het bevoegd gezag voor de desbetreffende vestiging eerder subsidie is verstrekt op grond van de Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden in 2022 of 2023;

    • b. indien de kwaliteit van het onderwijs van de desbetreffende schoolvestiging in het primair onderwijs of afdeling in het voortgezet onderwijs door de Inspectie van het Onderwijs bij besluit op de peildatum 1 februari 2024 niet als ‘zeer zwak’ of ‘onvoldoende’ is beoordeeld en voor zover de subsidie is aangevraagd in het eerste tijdvak, bedoeld in artikel 4, tweede lid;

    • c. indien de kwaliteit van het onderwijs van de desbetreffende schoolvestiging in het primair onderwijs of afdeling in het voortgezet onderwijs door de Inspectie van het Onderwijs bij besluit op de peildatum 1 augustus 2024 niet als ‘zeer zwak’ of ‘onvoldoende’ is beoordeeld en voor zover de subsidie is aangevraagd in het tweede tijdvak, bedoeld in artikel 4, tweede lid.

Artikel 9. Subsidieverplichtingen

  • 1 In aanvulling op hoofdstuk 5 van de Kaderregeling is de subsidieontvanger, voor zover de subsidie is aangevraagd in het eerste tijdvak, bedoeld in artikel 4, tweede lid, verplicht om:

    • a. tussen 2 september 2024 en 11 oktober 2024 bij DUS-I een activiteitenplan in te dienen met een omschrijving van de activiteiten die met de subsidie zullen worden uitgevoerd. De aanvrager maakt gebruikt van het formulier dat door DUS-I ter beschikking is gesteld;

    • b. het activiteitenplan ter instemming voor te leggen aan de medezeggenschapsraad voordat dit activiteitenplan wordt ingediend bij DUS-I;

    • c. gebruik te maken van de ondersteuning door een onderwijscoördinator;

    • d. ten behoeve van de monitoring uiterlijk op 30 november 2024 een nulmeting uit te voeren voor in ieder geval de prestaties op het gebied van taal, rekenen of wiskunde onder alle leerlingen, waarbij leerlingen die vier jaar of korter in Nederland zijn en om die reden de Nederlandse taal onvoldoende beheersen, niet in de nulmeting worden betrokken;

    • e. tijdens de subsidieperiode per schooljaar de voortgang op in ieder geval de prestaties op het gebied van taal, rekenen of wiskunde gedurende de looptijd van de subsidie te monitoren, waarbij leerlingen die vier jaar of korter in Nederland zijn en om die reden de Nederlandse taal onvoldoende beheersen, niet in de monitoring worden betrokken;

    • f. de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt uiterlijk tot en met 31 juli 2026 uit te voeren;

    • g. uiterlijk acht weken na het verstrijken van de activiteitenperiode een activiteitenverslag in te dienen bij DUS-I.

  • 2 In aanvulling op hoofdstuk 5 van de Kaderregeling is de subsidieontvanger, voor zover de subsidie is aangevraagd in het tweede tijdvak, bedoeld in artikel 4, tweede lid, verplicht om:

    • a. tussen 6 januari 2025 en 23 februari 2025 bij DUS-I een activiteitenplan in te dienen met een omschrijving van de activiteiten die met de subsidie zullen worden uitgevoerd. De aanvrager maakt gebruikt van het formulier dat door DUS-I ter beschikking is gesteld;

    • b. het activiteitenplan ter instemming voor te leggen aan de medezeggenschapsraad voordat dit activiteitenplan wordt ingediend bij DUS-I;

    • c. gebruik te maken van de ondersteuning door een onderwijscoördinator;

    • d. ten behoeve van de monitoring uiterlijk op 28 februari 2025 een nulmeting uit te voeren voor in ieder geval de prestaties op het gebied van taal, rekenen of wiskunde onder alle leerlingen, waarbij leerlingen die vier jaar of korter in Nederland zijn en om die reden de Nederlandse taal onvoldoende beheersen, niet in de nulmeting worden betrokken;

    • e. tijdens de subsidieperiode per schooljaar de voortgang op in ieder geval de prestaties op het gebied van taal, rekenen of wiskunde gedurende de looptijd van de subsidie te monitoren, waarbij leerlingen die vier jaar of korter in Nederland zijn en om die reden de Nederlandse taal onvoldoende beheersen, niet in de monitoring hoeven te worden betrokken;

    • f. de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt uiterlijk tot en met 31 december 2026 uit te voeren;

    • g. uiterlijk acht weken na het verstrijken van de activiteitenperiode een activiteitenverslag in te dienen bij DUS-I.

Artikel 10. Verlening, vaststelling en verantwoording subsidie

  • 3 De minister stelt de subsidie ambtshalve vast binnen een jaar na indiening van de jaarverslaggeving over het laatste jaar van de activiteitenperiode.

  • 4 Indien de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend geheel zijn verricht en volledig is voldaan aan de verplichtingen die verbonden zijn aan de verleende subsidie, wordt de subsidie vastgesteld op het bedrag waarvan de hoogte door de minister bij de verlening is genoemd. Indien de activiteiten volledig zijn uitgevoerd en aan alle verplichtingen is voldaan, kan het niet aangewende deel van de subsidie worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt.

Artikel 11. Hardheidsclausule

De minister kan één of meer bepalingen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing daarvan, gelet op het belang dat de desbetreffende bepaling beoogt te beschermen, zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 12. Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 23 maart 2029.

Artikel 13. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden voor prioriteitsscholen 2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,

M.L.J. Paul

Naar boven