Besluit mandaat en machtiging ProRail inzake uitvoering projectbesluiten

Geraadpleegd op 01-06-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 04-05-2024 en zichtdatum 04-05-2024.
Geldend van 26-04-2024 t/m heden

Besluit van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van 24 april 2024, nr IENW/BSK-2024/93992, houdende regels inzake de verlening van mandaat en machtiging aan ProRail B.V. voor de uitvoering van bevoegdheden die in afdeling 3.5 van de Algemene wet bestuursrecht zijn toegekend of opgedragen aan het coördinerend bestuursorgaan met betrekking tot de uitvoeringsbesluiten als bedoeld in artikel 16.7, eerste lid, onder c, van de Omgevingswet (Besluit mandaat en machtiging ProRail inzake uitvoering projectbesluiten)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 10:3, eerste lid, 10:4, eerste lid, 10:5, tweede lid en 10:9, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Gezien de schriftelijke instemming van de Directeur Projecten van ProRail B.V. d.d. 3 april 2024;

Gezien de schriftelijke instemming van de Directeur Leefomgeving, Juridische Zaken en Vastgoed van ProRail B.V. d.d. 3 april 2024;

BESLUIT:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

  • 1 In dit besluit wordt verstaan onder:

    • Directeur LJV: Directeur Leefomgeving, Juridische zaken en Vastgoed;

    • Directeur Projecten: Directeur Projecten van ProRail;

    • minister: Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

    • projectbesluit: een besluit op grond van de Omgevingswet tot aanleg of wijziging van een spoorweg als bedoeld in artikel 5.46, eerste lid, van die wet;

    • projectmanager: bij ProRail werkzame manager die verantwoordelijk is voor de realisering van het betreffende projectbesluit;

    • ProRail: ProRail B.V., gevestigd te Utrecht.

  • 2 In dit besluit wordt onder het verlenen van mandaat ook verstaan het verlenen van machtiging om ter voorbereiding van de betreffende beslissing de benodigde handelingen te verrichten.

§ 2. Mandaat coördinatie vergunningprocedures

Artikel 2

  • 2 De Directeur LJV kan van het mandaat, bedoeld in het eerste lid, ondermandaat verlenen aan een of meer onder hem ressorterende medewerkers.

  • 3 Van de verlening van ondermandaat doet de Directeur LJV mededeling aan de minister.

§ 3. Mandaat schadevergoeding

Artikel 3

  • 2 De projectmanager kan van het mandaat, bedoeld in het eerste lid, ondermandaat verlenen aan een plaatsvervanger.

  • 3 Van de verlening van ondermandaat doet de projectmanager mededeling aan de minister.

Artikel 4

  • 1 Aan de Directeur Projecten wordt mandaat verleend om namens de minister te beslissen op een bezwaar tegen een beslissing als bedoeld in artikel 3, eerste lid.

  • 2 De Directeur Projecten kan van het mandaat, bedoeld in het eerste lid, ondermandaat verlenen aan een plaatsvervanger, niet zijnde de projectmanager of diens plaatsvervanger.

  • 3 Van de verlening van ondermandaat doet de Directeur Projecten mededeling aan de minister.

Artikel 5

  • 1 Aan de Directeur LJV wordt machtiging verleend de minister te vertegenwoordigen in de procedure bij de bestuursrechter naar aanleiding van een door belanghebbende ingesteld beroep tegen een beslissing als bedoeld in artikel 3 of artikel 4 of naar aanleiding van een door een belanghebbende ingesteld hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank.

  • 2 Aan de Directeur LJV wordt machtiging verleend om namens de minister hoger beroep in te stellen tegen een uitspraak van de rechtbank inzake een beroep tegen een beslissing als bedoeld in het eerste lid.

  • 3 De Directeur LJV kan de machtiging, bedoeld in het eerste lid, doorgeven aan een of meer onder hem ressorterende medewerkers.

  • 4 Van het doorgeven van de machtiging doet de Directeur LJV mededeling aan de minister.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

V.L.W.A. Heijnen

Naar boven