Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor SBN en de kredietbanken van de directeur-generaal [...] schulden en herstel toeslagen 2024

Geraadpleegd op 01-06-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 18-05-2024 en zichtdatum 18-05-2024.
Geldend van 09-05-2024 t/m heden

Besluit van de directeur-generaal Ketenregie van het Ministerie van Financiën van 25 april 2024, nr. 2024-158669, houdende verlening van ondermandaat, volmacht en machtiging aan de Stichting Sociale Banken Nederland en de kredietbanken in het kader van schulden en herstel (Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor SBN en de kredietbanken van de directeur-generaal Ketenregie in het kader van schulden en herstel toeslagen 2024)

De directeur-generaal Ketenregie,

Gelet op de artikelen 3.13 en 4.1 tot en met 4.4 van de Wet hersteloperatie toeslagen;

Gelet op de eerder gegeven goedkeuring van de verantwoordelijken van de Stichting Sociale Banken Nederland en de kredietbanken die werken aan de schuldenaanpak in het kader van de hersteloperatie toeslagen;

Gelet op het Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging van de Minister van Financiën aan de directeur-generaal Ketenregie in het kader van de hersteloperatie toeslagen (Stcrt. 2023, nr. 7034);

Gelet op de artikelen 10:3, 10:4, 10:9 en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1. Begrippen

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 2. Ondermandaat, volmacht en machtiging

Tenzij anders is bepaald, omvat de verlening van ondermandaat mede de verlening van:

  • a. volmacht: de bevoegdheid om namens de Minister van Financiën privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten; en

  • b. machtiging: de bevoegdheid om in naam van de Minister van Financiën handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 3. Ondermandaatverlening SBN

  • 1 Aan de voorzitter van het bestuur van SBN wordt ondermandaat verleend voor hetgeen nodig is in verband met, en beperkt tot, de uitvoering van de artikelen 3.13 en 4.1 tot en met 4.4 van de Wht, waaronder:

    • a. het ontvangen van een aanvraag met alle gegevens;

    • b. het behandelen en ambtshalve aanvullen van een aanvraag;

    • c. het verwerken van (persoons)gegevens, inclusief het burgerservicenummer;

    • d. het nemen van besluiten op aanvragen die zijn gedaan in het kader van de artikelen 3.13 en 4.1 tot en met 4.4 van de Wht;

    • e. het overnemen dan wel voldoen van de schulden zoals genoemd in de besluiten bedoeld onder d;

    • f. het doen van betalingen naar aanleiding van besluiten bedoeld onder d; en

    • g. het uitwisselen van (persoons)gegevens, inclusief het burgerservicenummer met derde partijen, indien en voor zover dat noodzakelijk is.

  • 2 Het verleende ondermandaat omvat niet de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen op bezwaar.

Artikel 4. Machtiging kredietbanken

  • 1 Aan de volgende partijen wordt een machtiging verleend voor het uitvoeren van de artikelen 3.13 en 4.1 tot en met 4.4 van de Wht:

    • a. directeur-bestuurder Stichting Kredietbank Nederland;

    • b. directeur Inkomen van de gemeente Amsterdam;

    • c. Algemeen directeur Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheidsprojecten gemeente Den Haag;

    • d. directeur-bestuurder van de Stichting StadsringSI;

    • e. hoofd van de kredietbank Rotterdam (gemeente Rotterdam);

    • f. directeur Kredietbank Utrecht (gemeente Utrecht);

    • g. college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg (Schuldhulpverlening gemeente Tilburg);

    • h. teammanager Budgetadviesbureau van de gemeente Deventer (Kredietbank Salland e.o.); en

    • i. Algemeen directeur Gemeenschappelijke Regeling voor Sociale kredietverlening en Schuldhulpverlening in Limburg.

  • 2 De machtiging bedoeld in het eerste lid, omvat in ieder geval:

    • a. het ontvangen van een aanvraag met alle gegevens;

    • b. het behandelen en ambtshalve aanvullen van een aanvraag;

    • c. het verwerken van (persoons)gegevens, inclusief het burgerservicenummer;

    • d. het uitwisselen van (persoons)gegevens, inclusief het burgerservicenummer, met derde partijen, indien en voor zover dat noodzakelijk is.

Artikel 5. Ondermandaat

  • 1 De ondergemandateerden in de artikelen 3 en 4 kunnen de aan hen ondergemandateerde bevoegdheden, afzonderlijk van elkaar, ondermandateren.

  • 2 De ondergemandateerde kan het ondermandaat slechts ondermandateren aan ondergeschikte medewerkers die de ondergemandateerde geschikt acht tot het uitvoeren van de werkzaamheden die verband houden met de uitvoering van de artikelen 3.13 en 4.1 tot en met 4.4 van de Wht.

  • 3 Degene die krachtens ondermandaat handelt, handelt in overeenstemming met hetgeen in dit besluit is bepaald.

Artikel 6. Voorschriften en instructies

  • 1 De uitoefening van de ondergemandateerde bevoegdheden geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van het ter zake geldende recht.

  • 2 Eenieder aan wie bij of krachtens dit besluit ondermandaat is verleend, past de algemene dan wel specifieke instructies, bedoeld in artikel 10:6 van de Awb, van de directeur-generaal Ketenregie toe.

  • 3 De directeur-generaal Ketenregie zorgt ervoor dat de ondergemandateerden over de informatie beschikken die noodzakelijk is voor een correcte uitoefening van de ondergemandateerde bevoegdheden. De ondergemandateerde zorgt ervoor dat de functionarissen aan wie hij ondermandaat verleent eveneens kunnen beschikken over de informatie bedoeld in de eerste volzin.

  • 4 De ondergemandateerde oefent zijn bevoegdheid niet uit indien hij bij de te nemen beslissing een persoonlijk belang heeft als bedoeld in artikel 2:4, tweede lid, van de Awb.

Artikel 7. Informatie- en overlegplicht

  • 1 De ondergemandateerde treedt in overleg met het programmadirectoraat-generaal Herstel alvorens de bevoegdheden uit te oefenen waarvan moet worden aangenomen dat kennisneming over de uitoefening van die bevoegdheden door het programmadirectoraat-generaal Herstel gewenst is. Hier is in ieder geval sprake van indien de uitoefening van de ondergemandateerde bevoegdheid naar verwachting politieke en maatschappelijke gevolgen zal hebben, of indien een besluit naar redelijke verwachting tot consequentie kan hebben dat de Staat aansprakelijk wordt gesteld of anderszins in rechte wordt aangesproken.

  • 2 De ondergemandateerde draagt zorg voor periodieke verslaglegging van de door hem in ondermandaat en door onder zijn verantwoordelijkheid werkzame functionarissen krachtens ondermandaat genomen besluiten, een en ander in overleg met het programmadirectoraat-generaal Herstel.

  • 3 Periodiek wordt door de ondergemandateerde in samenspraak met het programmadirectoraat-generaal Herstel de mandaatverlening en de informatieverstrekking geëvalueerd.

Artikel 8. Ondertekening

De ondertekening in mandaat en ondermandaat luidt:

De Minister van Financiën, namens deze,

<handtekening van de ondergemandateerde functionaris of ondergemandateerde medewerker>

[naam van de ondergemandateerde functionaris of ondergemandateerde medewerker],

[functie van de ondergemandateerde functionaris of ondergemandateerde medewerker].

Artikel 9. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 5 november 2022.

Artikel 10. Intrekking

De volgende besluiten worden ingetrokken:

  • a. het Besluit van de directeur-generaal Ketenregie van het Ministerie van Financiën van 28 februari 2022, nr. 2022-28969, houdende verlening van ondermandaat, volmacht en machtiging voor de Stichting Sociale Banken Nederland in het kader van private schulden en herstel (Stcrt. 2022, 7860);

  • b. het Besluit van de directeur-generaal Ketenregie van het Ministerie van Financiën van 13 oktober 2022, nr. 2022-204741, houdende verlening van ondermandaat, volmacht en machtiging aan de Stichting Sociale Banken Nederland in het kader van reeds afgeloste publieke schulden (Stcrt. 2022, 28247);

  • c. het Besluit van de directeur-generaal Ketenregie van het Ministerie van Financiën van 28 februari 2022, nr. 2022-30186, houdende verlening van ondermandaat, volmacht en machtiging voor de kredietbanken in het kader van private schulden en herstel (Stcrt. 2022, 7861);

  • d. het Besluit van de directeur-generaal Ketenregie van het Ministerie van Financiën van 13 oktober 2022, nr. 2022-204739, houdende verlening van ondermandaat, volmacht en machtiging aan de kredietbanken in het kader van reeds afgeloste publieke schulden (Stcrt. 2022, 28244).

Artikel 11. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor SBN en de kredietbanken van de directeur-generaal Ketenregie in het kader van private schulden en herstel toeslagen 2024.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

C.H.L.M. van de Louw

Directeur-generaal Ketenregie

Naar boven