Wijzigingswet Boek 1 en Boek 10 Burgerlijk Wetboek en Boek 1 Burgerlijk Wetboek Bonaire, [...] en Saba (introductie gecombineerde geslachtsnaam)

Geraadpleegd op 02-06-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 01-01-2024.
Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Wet van 24 maart 2023 tot wijziging van enige bepalingen in Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek en van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek van Bonaire, Sint Eustatius en Saba met betrekking tot de keuze van de geslachtsnaam (introductie gecombineerde geslachtsnaam)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om een gecombineerde geslachtsnaam mogelijk te maken en daartoe Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek en Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek van Bonaire, Sint Eustatius en Saba te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel IIIa

Indien een kind, dat als ongeboren kind voor de inwerkingtreding van deze wet is erkend, na de inwerkingtreding van deze wet wordt geboren, stelt, in afwijking van artikel 5, tweede lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, de ambtenaar van de burgerlijke stand de ouders desgevraagd opnieuw in staat naamskeuze te doen ter gelegenheid van de aangifte van de geboorte. Artikel 5 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek respectievelijk van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek van Bonaire, Sint Eustatius en Saba is voor het overige van toepassing.

Artikel IIIb

  • 1 Tot en met een jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wet kunnen kinderen van dezelfde ouders de geslachtsnaam van beide ouders in een door hen te bepalen volgorde verkrijgen, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    • a. de ouders verklaren gezamenlijk dat de kinderen een geslachtsnaam behoren te krijgen die bestaat uit een combinatie van de geslachtsnamen van beide ouders in een door hen eensluidend gekozen volgorde;

    • b. het oudste kind dat in familierechtelijke betrekking tot beide ouders staat, is geboren op of na 1 januari 2016 en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet;

    • c. de verklaring betreft alle kinderen van dezelfde ouders.

  • 2 Tot en met een jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wet kunnen kinderen die op of na 1 januari 2016 en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet zijn geboren en van wie de rechter voor de datum van inwerkingtreding van deze wet de adoptie heeft uitgesproken, de oorspronkelijke geslachtsnaam, de geslachtsnaam van beide adoptanten of van één van hen in combinatie met de oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind in een vrij te bepalen volgorde verkrijgen indien beide adoptanten hiertoe een gezamenlijke verklaring afleggen. De eerste zin is van overeenkomstige toepassing in geval van adoptie door de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel van een ouder, met dien verstande dat de gezamenlijke verklaring de keuze voor de geslachtsnaam van die ouder en de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel of van één van hen in combinatie met de oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind in een vrij te bepalen volgorde kan betreffen.

  • 3 Een gemeenschappelijke verklaring als bedoeld in het eerste lid onder a, kan worden afgelegd ten overstaan van iedere ambtenaar van de burgerlijke stand. Van deze verklaring maakt de ambtenaar van de burgerlijke stand een akte van naamskeuze op.

  • 4 De vorige leden zijn van overeenkomstige toepassing indien een ouder en zijn echtgenoot of geregistreerde partner die niet de ouder is, van rechtswege het gezag als bedoeld in artikel 253sa van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek over het kind uitoefenen.

Artikel IIIc

  • 2 Voor de naamskeuze op grond van artikel IIIA en IIIB op de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba is een bij eilandsverordening te bepalen recht verschuldigd.

Artikel IV

Onze Minister voor Rechtsbescherming zendt vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel V

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 24 maart 2023

Willem-Alexander

De Minister voor Rechtsbescherming,

F.M. Weerwind

Uitgegeven de dertiende april 2023

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D. Yeşilgöz-Zegerius

Naar boven