Beleidsregel bestuurlijke boete Wmg 2024

Geraadpleegd op 02-06-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 18-05-2024 en zichtdatum 18-05-2024.
Geldend van 01-05-2024 t/m heden

Beleidsregel bestuurlijke boete Wmg 2024

Ingevolge afdeling 6.4. van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) is de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bevoegd tot het opleggen van een bestuurlijke boete. In deze beleidsregel geeft de NZa nadere invulling aan deze bevoegdheid.

2. Doel van de beleidsregel

Het doel van deze beleidsregel is om vast te leggen op welke wijze de NZa gebruik wenst te maken van haar bevoegdheid om boetes op te leggen. In deze beleidsregel zal de NZa met name de wijze van vaststelling van de hoogte van de boete nader invullen.

3. Begripsbepalingen

3.1. Omzet

De totale netto jaaromzet1 van de overtreder (zoals opgenomen in de jaarrekening) in het jaar voorafgaand aan de boetebeschikking, tenzij deze omzet naar het oordeel van de NZa geen passende beboeting toelaat. Onder dit omzetbegrip valt eveneens een schatting van de omzet, bijvoorbeeld indien deze niet op basis van de door de overtreder verstrekte informatie kan worden bepaald.

3.3. Basisboete

Voor de beoordeling van de ernst van de overtreding beziet de NZa voorts de context van de overtreding in concreto. Deze toets leidt tot de zogenaamde ernstfactor. Boetegrondslag x ernstfactor resulteert in de basisboete.

3.5. Rechtsvorm

De rechtsvorm is de juridische vorm van een bedrijf of organisatie. Bijvoorbeeld de BV, NV, stichting en vereniging. Ook de eenmanszaak en Vennootschap Onder Firma (VOF) zijn rechtsvormen.

4. Algemene bepalingen

  • 4.1 De NZa stelt een bestuurlijke boete op een zodanig niveau dat deze, in het kader van specifieke preventie, een overtreder weerhoudt van het begaan van een volgende overtreding en, in het kader van algemene preventie, potentiële andere overtreders afschrikt.

  • 4.2 Indien een rapport meerdere dezelfde of gelijksoortige overtredingen betreft, kan de NZa – in plaats van elke overtreding afzonderlijk te beboeten – een boete opleggen voor deze overtredingen gezamenlijk.

  • 4.3 De vastgestelde boete wordt naar beneden afgerond op een veelvoud van € 100,–.

5. Systematiek boetetoemeting

  • 5.1 De NZa stelt de bestuurlijke boete vast met inachtneming van het wettelijk maximum, onderhavige boetebeleidsregels en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.

  • 5.2 Om binnen dit kader tot een evenredige boete te komen, bepaalt de NZa eerst de ernst van de overtreding:

    • a. door de waardering van de overtreding in abstracto (boetegrondslag);

    • b. en deze vervolgens te bezien in samenhang met de context waarin de overtreding (in concreto) heeft plaatsgevonden (ernstfactor).

    Door de boetegrondslag te vermenigvuldigen met de ernstfactor, wordt de basisboete vastgesteld.

  • 5.3 Vervolgens vindt bijstelling van de basisboete plaats aan de hand van bijkomende boeteverhogende of -verlagende omstandigheden.

  • 5.4 De NZa zal de hiervoor geschetste boetesystematiek hanteren voor zover de beoogde boetehoogte conform de hiervoor geschetste systematiek in belangrijke mate het genoten voordeel van de overtreder, dan wel het berokkend nadeel van belanghebbenden, ontneemt. Indien dit niet het geval is, zal de NZa van de hiervoor geschetste systematiek afwijken. In dat geval zal de NZa een boetehoogte hanteren die haar redelijk voorkomt, met inachtneming van het wettelijk maximum.

  • 5.5 De NZa kan – indien bijzondere omstandigheden van het geval hiertoe naar haar oordeel aanleiding geven – in afwijking van deze systematiek een symbolische boete opleggen.

6. De waardering van de overtreding in abstracto (boetegrondslag)

  • 6.1 De eerste stap, de waardering van de overtreding in abstracto, resulteert in plaatsing van de overtreding in een boetecategorie conform bijlage, met uitzondering van artikel 90 tot en met 92 Wmg. Met de indeling in categorieën wordt, los van de concrete omstandigheden van de overtreding, een indicatie gegeven van de boete die aan een overtreding kan worden verbonden.

  • 6.2 De NZa heeft bij de waardering van de overtreding in abstracto de wettelijke normen die zijn genoemd bij of krachtens de artikelen 85, 86, 87, 88 en 89 Wmg gewogen. Het gaat daarbij om de plaats die deze wettelijke normen innemen binnen het stelsel van het bepaalde bij of krachtens de Wmg en de met deze wet te dienen doelen en te beschermen belangen.

  • 6.3 De NZa heeft aan de hand van de zogenaamde kernwaarden en het karakter van de wettelijke bepalingen de waardering van een overtreding in abstracto, oftewel de boetegrondslag, geformuleerd. Hierbij heeft de NZa een onderverdeling gemaakt in drie hoofdcategorieën van overtredingen.

    • 1. Zeer zware overtredingen, d.w.z. overtredingen van bepalingen die rechtstreeks afbreuk doen aan de kernwaarden van de Wmg/Zvw en/of een overtreding zijn van een wet in formele zin (geen lagere regelgeving van de NZa) en/of strafbaar zijn op grond van de WED.

    • 2. Zware overtredingen, d.w.z. overtredingen van bepalingen die indirect raken aan de kernwaarden van de Wmg/Zvw, en beschouwd kunnen worden als een tussencategorie ‘zwaar’.

    • 3. Minder zware overtredingen, d.w.z. overtredingen van bepalingen die indirect raken aan de kernwaarden van de Wmg/Zvw (ondersteunende bepalingen voor de kernwaarden in de Wmg/Zvw).

    Het voorgaande levert de volgende percentages ten behoeve van de vaststelling van de boetegrondslag op.

  • 6.4 Voor de overtredingen van de Wmg-artikelen genoemd in artikel 85 Wmg waarvoor de maximale boete ten hoogste € 500.000 of indien dit meer is, tien procent van de omzet van de onderneming in Nederland:

    • 1. Zeer zware overtredingen:

      omzet in euro’s

      percentage omzetdeel

      0 – 1.000.000

      2,5%

      1.000.001 – 20.000.000

      1,25%

      20.000.001 – 100.000.000

      0,6%

      > 100.000.000

      0,3%

    • 2. Zware overtredingen:

      omzet in euro’s

      percentage omzetdeel

      0 – 1.000.000

      1,25%

      1.000.001 – 20.000.000

      0,6%

      20.000.001 – 100.000.000

      0,3%

      > 100.000.000

      0,15%

    • 3. Minder zware overtredingen:

      omzet in euro’s

      percentage omzetdeel

      0 – 1.000.000

      0,6%

      1.000.001 – 20.000.000

      0,3%

      20.000.001 – 100.000.000

      0,15%

      > 100.000.000

      0,07%

  • 6.5 Voor de overtredingen van de Zvw-artikelen genoemd in artikel 86 Wmg waarvoor de maximale boete ten hoogste € 500.000 bedraagt:

    • 1. Zeer zware overtredingen: 2,5% van de omzet;

    • 2. Zware overtredingen: 1,25% van de omzet;

    • 3. Minder zware overtredingen: 0,6% van de omzet.

  • 6.6 Voor de overtredingen van het Zvw-artikel genoemd in artikel 87 Wmg waarvoor de maximale boete ten hoogste € 10.000.000 bedraagt:

    Zeer zware overtredingen:

    omzet in euro’s

    percentage omzetdeel

    0 – 1.000.000

    2,5%

    1.000.001 – 20.000.000

    1,25%

    20.000.001 – 100.000.000

    0,6%

    > 100.000.000

    0,3%

  • 6.7 Voor de overtredingen van de Zvw-artikelen genoemd in artikel 88 Wmg waarvoor de maximale boete ten hoogste € 100.000 bedraagt, zal de NZa haar beoordelingsmarge niet nader invullen.

  • 6.8 Voor de overtredingen van de Zvw-artikelen genoemd in artikel 89 Wmg met een boetehoogte van ten hoogste € 2.250, zal de NZa haar beoordelingsmarge niet nader invullen.

  • 6.9 Voor overtredingen van de artikelen genoemd in artikel 90, 91 en 92 Wmg, heeft de NZa haar beoordelingsmarge op dit moment niet nader ingevuld.

7. De waardering van de overtreding in concreto (ernstfactor)

  • 7.1 Bij de boeteoplegging beoordeelt de NZa de context van de overtreding (concreto-toets). Elementen die daarbij van belang kunnen zijn, zijn onder meer de economische context, de eventuele aanmerkelijke marktmacht van de overtreder, de onomkeerbaarheid van de gevolgen van de overtreding en de vraag in hoeverre het belang van de consument dan wel het belang van de zorg in dit concrete geval zijn geschaad.2 In samenhang met de abstracto-toets bepaalt dit de ernst van de overtreding.

  • 7.2 Al naar gelang van de uitkomst vermenigvuldigt de NZa de boetegrondslag met een bepaalde vermenigvuldigingsfactor.

    • Bij een minder ernstige overtreding wordt deze factor gesteld op een waarde van ten hoogste 4;

    • Bij een ernstige overtreding wordt deze factor gesteld op een waarde van ten hoogste 6;

    • Bij een zeer ernstige overtreding wordt deze factor gesteld op een waarde van ten hoogste 10.

    Deze gehanteerde bandbreedten, waarbij deze factor ook minder dan 1 kan zijn, maakt het mogelijk de boete te differentiëren naar gelang de ernst van de overtreding.

  • 7.3 Door de boetegrondslag te vermenigvuldigen met de ernstfactor, wordt de basisboete vastgesteld.

8. Boeteverhogende en -verlagende omstandigheden

  • 8.1 Bij de vaststelling van de boete houdt de NZa rekening met eventuele bijkomende boeteverhogende en boeteverlagende omstandigheden.

  • 8.2 Een boeteverhogende omstandigheid is in ieder geval de omstandigheid dat er sprake is van recidive door dezelfde overtreder ten aanzien van eenzelfde type overtreding. In geval van recidive verhoogt de NZa de bestuurlijke boete met 100%, tenzij dit percentage gezien de omstandigheden van het concrete geval evident onredelijk is.

  • 8.3 Overige boeteverhogende omstandigheden zijn onder meer:

    • de omstandigheid dat de betrokken onderneming tot de overtreding heeft aangezet of een leidinggevende rol heeft gespeeld bij de uitvoering daarvan;

    • de omstandigheid dat de betrokken onderneming het NZa-onderzoek heeft belemmerd.3

  • 8.4 Boeteverlagende omstandigheden zijn onder meer:

    • de omstandigheid dat de onderneming de overtreding uit eigen beweging heeft beëindigd. Hierbij komt meer gewicht toe aan de beëindiging als dit plaatsvindt vóór aanvang van de start van het NZa-onderzoek;

    • de omstandigheid dat de betrokken onderneming een overtreding zelf op eigen initiatief bij de NZa heeft gemeld en zelf uit eigen beweging onverwijld heeft beëindigd;

    • de omstandigheid dat de betrokken onderneming uit eigen beweging de benadeelde partij(en) schadeloos heeft gesteld;

    • de omstandigheid dat de betrokken onderneming verdergaande medewerking aan het onderzoek van de NZa heeft verleend dan waartoe zij wettelijk is gehouden.

  • 8.5 De boete wordt vastgesteld door de basisboete te verhogen met het saldo van de boeteverhogende en/of boeteverlagende omstandigheden.

9. Vaststellen boete voor opdrachtgever en feitelijk leidinggever

  • 9.1 Indien de overtreding is begaan door een rechtspersoon zal de NZa ingevolge artikel 5.1, derde lid, van de Awb en artikel 51, tweede lid onder twee van het wetboek van Strafrecht, waar mogelijk (mede) aanmerken als overtreder: hen die tot het feit opdracht hebben gegeven (opdrachtgever), alsmede hen die feitelijk leiding hebben gegeven aan de verboden gedraging (feitelijk leidinggever).

  • 9.2 Voor het bepalen van de boete aan de opdrachtgever/feitelijk leidinggever wordt uitgegaan van de boete die op grond van de in deze beleidsregel beschreven boetesystematiek is vastgesteld voor de overtreder.

    Bij het bepalen van de boete aan de opdrachtgever/feitelijk leidinggever houdt de NZa rekening met de mate van verwijtbaarheid van de opdrachtgever/feitelijk leidinggever.

    Hierbij heeft de NZa een onderverdeling gemaakt in vijf categorieën van verwijtbaarheid. Al naar gelang van de mate van verwijtbaarheid vermenigvuldigt de NZa de boete – die op grond van de boetesystematiek is vastgesteld voor de onderneming – met een bepaald percentage.

    • Bij opzet geldt 40%;

    • Bij grove schuld geldt 30%;

    • Bij normale verwijtbaarheid geldt 20%;

    • Bij verminderde verwijtbaarheid geldt 10%;

    Bij ontbrekende verwijtbaarheid geldt 0%. Immers, ingevolge artikel 5:41 van de Awb legt de NZa geen bestuurlijke boete op voor zover de overtreding niet aan de overtreder kan worden verweten.

    De NZa kan tevens een percentage vaststellen dat tussen deze categorieën valt, maar nooit een percentage hoger dan 40%.

    De NZa zal uitgaan van een normale verwijtbaarheid, tenzij door de NZa is aangetoond dat sprake is van grove schuld of opzet, dan wel door de opdrachtgever/feitelijk leidinggever aannemelijk is gemaakt dat sprake is van verminderde of ontbrekende verwijtbaarheid.

  • 9.3 Indien een enig of grootaandeelhouder als opdrachtgever/feitelijk leidinggever wordt beboet naast de onderneming zelf, kan de opdrachtgever/feitelijk leidinggever door het totaal aan boetes mogelijk onevenredig in zijn vermogen worden geraakt. In dat geval zal de hoogte van de boete voor de onderneming in deze stap met in beginsel een derde worden verlaagd.

10. Slotbepalingen

  • 10.1 De overtredingen waarvan een rapport is opgemaakt voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt beslist met toepassing van de Beleidsregel bestuurlijke boete Wet marktordening gezondheidszorg zoals deze gold onmiddellijk voorafgaand aan dat tijdstip.

  • 10.2 Deze beleidsregel is de opvolger van AL/BR-0050. Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 mei 2024.

    Van de vaststelling van deze beleidsregel zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant.

  • 10.3 Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: ‘Beleidsregel bestuurlijke boete Wmg 2024’.

Bijlage

In artikel 3.3 van deze beleidsregel is als uitgangspunt bepaald dat de NZa een bestuurlijke boete oplegt, in beginsel is gerelateerd aan de omzet van de onderneming. De vaststelling van dit percentage vindt plaats aan de hand van drie categorieën. Deze bijlage geeft aan in welke categorie de mogelijke overtredingen zijn ingedeeld. Deze indeling is bepaald aan de hand van de zogenaamde kernwaarden en het karakter van de wettelijke bepaling en/of de lagere regelgeving. De bijlage maakt integraal onderdeel uit van deze beleidsregel.

Indeling in categorieën

Zeer zware overtredingen d.w.z. overtredingen van bepalingen die afbreuk doen aan de kernwaarden van de Wmg/Zvw en/of een overtreding zijn van een wet in formele zin (geen lagere regelgeving van de NZa) en/of strafbaar zijn op grond van de WED.

Zware overtredingen d.w.z. overtredingen van bepalingen die indirect raken aan de kernwaarden van de Wmg/Zvw, en beschouwd kunnen worden als een tussencategorie ‘zwaar’.

Minder zware overtredingen d.w.z. overtredingen van bepalingen die indirect raken aan de kernwaarden van de Wmg/Zvw (ondersteunende bepalingen voor de kernwaarden in de Wmg/Zvw).

I. Overtredingen ex artikel 85 Wmg

ZEER ZWAAR (afbreuk aan de kernwaarden)
 

Kernwaarde Wmg en karakter

Art. 35

Verbodsbepaling tarief (prestaties, leveringsvoorwaarden)

Kostenbeheersing

Consument

Rechtstreekse norm

WED

Art. 35a

Verbodsbepaling tarief

(beschikbaarheid, leveringsvoorwaarden)

Kostenbeheersing

Rechtstreekse norm

WED

Art. 35b

Verbodsbepaling tarief

(vereffening, leveringsvoorwaarden)

Kostenbeheersing

Rechtstreekse norm

WED

Art. 36

Voorschriften administratie; aanvullende regels NZa

Transparantie

Belangrijke ondersteunende norm

Eerste, tweede en derde lid tevens WED

Art. 36a

Voorschriften administratie; aanvullende regels NZa

Transparantie

Belangrijke ondersteunende norm

Art. 38

Zorgaanbieders informatieplicht; voorschriften declaratie, consumenteninfo

Consument

Transparantie

Rechtstreekse norm

Eerste, tweede, vierde en zevende lid tevens WED

Art. 39

Zorgaanbieders reclametoezicht

Consument

Transparantie

Rechtstreekse norm

Art. 40

Ziektekostenverzekeraars informatieplicht, reclametoezicht

Consument

Transparantie

Rechtstreekse norm

Eerste, tweede, derde en vierde lid tevens WED

Art. 40a

Zorgaanbieder

transparante financiële verantwoording

Consument

Transparantie

Rechtstreekse norm

WED

Art. 40b

Zorgaanbieder

jaarverantwoording

Consument

Transparantie

Rechtstreekse norm

WED

Art. 41 (lid 2)

Overeenkomst op afstand: Recht tot ontbinding ziektekostenverzekering

Consument

Art. 42

Verkoop op afstand: aanvang uitvoering, betaling, retourbetaling

Consument

Art. 43

Verkoop op afstand, geen nadeel verzekerde

Consument

Art. 43a

Zorgverzekeraars

overeenkomst op afstand, ontbinding; verkoop op afstand, geen nadeel verzekerde

Consument

Art. 44

Informatieverstrekking

(36 en 38 t/m 43 van toepassing bij uitbesteding aan derden)

Consument

Art. 45

Regels: inzicht en concurrentie: totstandkoming en voorwaarden overeenkomst

Consument

Transparantie

Marktwerking

Regulering

Rechtstreekse norm

WED

Art. 48

Aanmerkelijke marktmacht: toepassing + verplichtingen, min. regeling

Marktwerking

Art. 49

aanmerkelijke marktmacht: voorlopige voorziening: redelijk vermoeden

Marktwerking

ZWAAR

Art. 37

Voorschriften declaratieverkeer: regels NZa

Indirect kernwaarden

Ondersteunende norm

Art. 49a, 49c, derde lid 3, 49d, tweede lid

Melding fusie

Consument

Transparantie

Marktwerking

Art. 61

Algemene informatieverplichting aan NZa; mits verstrekt aan ander (z)bo

Indirect kernwaarden

Ondersteunende norm

Art. 62

Regels NZa: regelmatige verstrekking aanbieders en verzekeraars

Indirect kernwaarden

Ondersteunende norm

Art. 68

Regels NZa; info routing, verwerking, publicatie, bronbewerking

Indirect kernwaarden

Ondersteunende norm

MINDER ZWAAR (raken aan de kernwaarden)
 

Kernwaarde Wmg en karakter

Art. 23

Bindend advies formulieren

Consument

Bureaucratie

Geen rechtstreekse norm

Art. 34

Dienstverlening zorgaanbieders en ziektekosten-verzekeraars bij regels over procedures

Consument

Bureaucratie

Geen rechtstreekse norm

II. Overtredingen ex artikel 86 Wmg

ZEER ZWAAR (afbreuk aan de kernwaarden)
 

Kernwaarde Wmg en karakter

Art. 3 Zvw

Acceptatieplicht

Doet rechtstreeks afbreuk aan de kernwaarde solidariteit

Art. 29, eerste en tweede lid Zvw

Beperking werkgebied bij minder dan 850.000 verzekerden

Doet rechtstreeks afbreuk aan de kernwaarde solidariteit

ZWAAR

Art 25, eerste en tweede lid Zvw

voorlegging modelovereenkomsten aan NZa

Indirect, ondersteunend

Bepaling dient de uitoefening van goed toezicht en is een kernwaarde ondersteunende norm

Art. 25, derde lid Zvw

voorlegging wijzigingen modelovereenkomsten aan NZa

Indirect, ondersteunend

Bepaling dient de uitoefening van goed toezicht en is een kernwaarde ondersteunende norm.

MINDER ZWAAR (raakt aan de kernwaarden)
 

Kernwaarde Wmg en karakter

Art. 28 Zvw

Voorschriften statuten verzekeraar

Bescherming consument (invloed op beleid) en good governance

Art. 30 Zvw

Achterwege laten melding dat geen zorgverzekeringen meer worden aangeboden

Vereveningsbijdrage

Ondersteunende norm: er wordt ten onrechte een bijdrage ontvangen)

III. Overtredingen ex artikel 87 Wmg

ZEER ZWAAR (afbreuk aan de kernwaarden)
 

Kernwaarde Wmg/Zvw en karakter

Art. 32 t/m 34 Zvw

Ten onrechte beroep doen op vereveningsbijdrage door verstrekking onjuiste info

Rechtmatige financiering zorgverzekering

IV. Overtredingen ex artikel 88 Wmg

ZEER ZWAAR (afbreuk aan de kernwaarden)
 

Kernwaarde Wmg/Zvw en karakter

Art. 37 Zvw

Verantwoordings-

voorschriften: indiening jaarrekening en jaarverslag +

Accountantsverklaring

Verantwoordingsinformatie is een voorwaarde om toezicht te kunnen uitoefenen.

Art. 38, eerste en vierde lid Zvw

Verantwoordingsvoorschrift

Indiening uitvoeringsverslag en verslag van bevindingen accountant

De verantwoordingsinformatie is een voorwaarde om toezicht te kunnen uitoefenen.

Art. 114 Zvw

onafhankelijke behandeling geschillen

Rechtsbescherming verzekerden

ZWAAR

Art. 90 Zvw

Regelmatige verstrekking gegevens aan NZa

Indirect, ondersteunend maar wel ernstig.

MINDER ZWAAR (raakt aan de kernwaarden)
 

Kernwaarde Wmg/Zvw en karakter

Art. 4, tweede t/m vijfde lid Zvw

Vaststelling identiteit verzekerde door zorgverzekeraar

Voorschrift van meer administratieve aard

Art. 5, derde lid Zvw

Verstrekking bewijs aanmelding zorgverzekering

Voorschrift van meer administratieve aard

Art. 35, tweede lid Zvw

Melding aan ZINL ingangsdata zorg-

Verzekeringen

Voorschrift van meer administratieve aard

Art. 64, tweede lid Zvw

Overtreding richtlijnen ZINL met oog op eenduidige uitleg aard, inhoud omvang prestaties

Voorschrift van meer administratieve aard (‘kan’ bepaling)

Art. 68, tweede lid Zvw

In ministeriele regeling opgenomen verplichting voor zorgverzekeraars het ZINL bijstand te verlenen bij subsidies

Ondersteunende norm (‘kan’ bepaling)

Art. 86 Zvw

Administreren en verifiëren sofinummer + gebruik nummer bij gegevens verstrekking

Voorschrift van administratieve aard

Art. 92 Zvw

gebruik van een elektronische infrastructuur

Voorschrift van administratieve aard

IV. Overtredingen ex artikel 89 Wmg

ZWAAR

Art. 68a Wmg

Verstrekking persoonsgegevens aanvullende ziektekostenverzekering, geheimhoudingsplicht

Indirect, ondersteunende norm

Art. 87, vijfde en zesde lid Zvw

Verstrekking persoonsgegevens zorgverzekering,

geheimhoudingsplicht

Indirect, ondersteunende norm

Art. 88 t/m 89 Zvw

Gegevensverstrekking

Indirect, ondersteunende norm

  1. De berekening van de omzet geschiedt in beginsel op de voet van het omzetbegrip van artikel 377, zesde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. ^ [1]
  2. Deze opsomming strekt tot voorbeeld en is niet limitatief noch cumulatief bedoeld. ^ [2]
  3. De in het beleid opgesomde omstandigheden zijn niet limitatief. Ook andere bijkomende omstandigheden kunnen in een concreet geval als boeteverhogende of boeteverlagende omstandigheid gelden. ^ [3]
Naar boven